RAH Schepenbank Lummen nr. 66

Gichten Loons recht buiten vrijheid

1509 - 1525

 

 

1509, 01 februari. Folio 4v

Walterus Vanden Putte met zijn geleverde momber Heynrix Vanden Velde heeft opgedragen een bempt gelegen te Corsel, geheten 'dat Gesoer', grenzend Jan Smeets 1), Reynder Op Strate 2), Heynric Moens 3) en Henric Tielmans kinderen 4). Heeft nog opgedragen een bos gelegen op 'Loelen', palend 'den persoens van Corsel wyer' 1), Henric Kenens kinderen 2), die Schrick Heyde 3). Tot behoef van Jan Smeets van Corsel voor 87 rinsgulden BB geld eens. Jan kwam ter gichte met recht volgens de opgemaakte voorwaarden. Jan zal Walterus binnen een jaar 83 gulden betalen met de pacht.

Op 1 juli 1518 heeft Walterus met zijn geleverde momber Lieben Steewechs Jan Smeets van de bovenstaande penningen gekweten.

 

1509, 15 februari. Folio 6v

Gheert Goeyens van Corsel heeft opgedragen een stuk erf gelegen opt Loelen, grenzend Jan Dillen 1), tSander Vaes aan de andere zijden. Tot behoef van Heynric Wynens. (29 stuivers 10 groten?)

 

1509, 15 maart. Folio 8

Reyner Voechs van Corsel met zijn wettige huisvrouw Lijsbeth hebben opgedragen een bloeck gelegen te Corsel, groot omtrent 1 'buyner' min of meer, grenzend de abt van Corbij O en 'den Molmans Hoff' W en de straat 3), tot behoef van Peter Smeesters alias Gruenendel voor 78 rinsgulden eens. Belast met 4 denier grondcijns. Peter kwam ertoe met recht. Voorwaarde: Peter zal de helft van het daarop gezaaide koren trekken in augustus. Reyner heeft aan Peter toegezegd dat hij alle lasten boven de grondcijns van het goed zal verwijderen.

 

1509, 19 april. Folio 10. Jaargeding na Pasen.

Rut der cremer is betaald van 6 vaten rogge en 15 stuivers jaarlijks zoals hij trok aan Witters panden, namelijk een stuk broek gelegen in Oversel. Dat broek grenst Peter Witters O, W Hennen Witters. Het pand is hiermee gekweten.

 

1509, 19 april. Folio 10v. Jaargeding na Pasen.

Claes Goitschalk met zijn wettige huisvrouw Met Moens hebben haar kindsgedeelte opgedragen dat ze na de dood van haar vader en moeder heeft bekomen, gelegen in Corsel. Tot behoef van Peter Kenens van Corsel voor 28 rinsgulden 'loss eens te gheven'. Peter betaalde het pontgeld.

 

1509, 19 april. Folio 10v. Jaargeding na Pasen.

Huybrecht Wellens heeft 2 mud rogge Diesters jaarlijks opgedragen aan panden gelegen in Corsel aan 'den Hoghen Boss', namelijk twee 'Loeyensche boender' broek. Het is reeds belast met 1 mud rogge lijfpacht staande aan zijn zuster Lijnen en met 12 stuivers jaarlijks die Huybrecht belooft af te leggen. Het pand grenst Wouter Oems W, Jan Wellens O, Jan Meewis ook W en Tiewis Oeyen kinderen 4). Tot behoef van Mieghiel Vanden Mortel voor 40 rinsgulden eens. Te kwijten met gelijke som. Valdag Sint-Jorisdag. Micghiel is ter gichte gekomen in de twee mud en in het onderpand.

 

1509, 19 april. Folio 11v. Jaargeding na Pasen.

Jan Custers van Corsel heeft opgedragen een block gelegen in Corsel aan de Veltgayer bij Hick Perre, grenzend 'de alde Grone' O en het drieselke van Lijnke Smeets W, als pand voor 1 rinsgulden jaarlijks. Te kwijten met 28 rinsgulden Brabants vallend op Sint-Jorisdag. Tot behoef van de kinderen van Marie Mertens huisvrouw van Heynrix Custers, maar de tocht is voor Marie. Henric Custers kwam in de naam van de kinderen en voor de tocht ter gichte. Jan Putmans van Corsel heeft als onderpand voor deze rinsgulden een heythove gesteld geheten 'die Puthove', grenzend die Breet Donck W en zijn eigen erf O.

De zoon van Vaes Vanden Putte, Jan, heeft beloofd Jan Vanden Putte te ontheffen van dit onderpand voorschreven bij problemen.

 

1509, 19 april. Folio 12. Jaargeding na Pasen.

Heynrix Hoeveneers van Corsel heeft in de naam van Marie, Pinxt Tielemans, Leyt(?) en Appellonie Hueveners de twee kinderen ban Heynric alle goederen ontvangen die hen na de dood van heer Pouls Tielmans, hun oom, zijn verstorven.

 

1509, 24 mei. Folio 14

Jan Wouters van Corsel heeft in de naam van de 3 kinderen van zijn zuster, namelijk Loywich, Marie en Anne Wouters, de goederen ontvangen die op hen na de dood van hun vader en moeder zijn gevallen.

 

1509, 14 juni. Folio 16

Melis Hofs(?) als momber van zijn huisvrouw Lysbeth Vaes, Magriet Vaes met haar geleverde momber Jan Duytsen, Arnoldus Vaes met zijn geleverde momber Cornelis Vaes, Alet en Lynke Hammarts gezusters met hun geleverde momber Frans Leysens en Sander Vaes hebben afstand gedaan van de goederen die bij hun deling aan de anderen zijn toegevallen.

Vervolgens kwam Peter Vaes, Cornelis Vaes zoon, en hij heeft zijn vader gekweten van de goederen die hierna terstond gegicht zijn omdat zijn vader hem die in huwelijksvoorwaarden had toegezegd.

Cornelis Vaes voorschreven heeft opgedragen erfgoederen gelegen te Corsel: een gedeelte uit Peter Vaes' hove, grenzend Cornelis Vaes O, Sander Vaes W, de persoen van Corsel 'ter sonnen warts' en de straat 4), tot behoef van Jan Gaeyermans voor eenentwintig rinsgulden boven alle uitgaande lasten met uitzondering van 'des heeren grontceijs'. Jan is ertoe gekomen met recht. Cornelis heeft zijn Loonse goederen als borg gesteld voor het geval dat er problemen zouden komen vooraleer Cornelis voorschreven de kinderen van Magriet Vaes, namelijk Jan en Gijssen, en de kinderen van Marie Hammarts, namelijk Alet, Lijnke en Heylken, die nog onmondig zijn, zal brengen 'om te voldoene hoefheldinghe' en wat volgens het recht moet gebeuren.

 

1509, 28 juni. Jaargeding na Sint Jans Baptisten dach. Folio 17

Marie Hammarts met haar wettige momber Bartholomeus Quintens hebben opgedragen haar tocht alleen van het gedeelte dat zij had in Peter Vaes 'hoeve' tot behoef van haar drie kinderen, namelijk Eelken, Lynken en Heylken. Daarmee komen de drie kinderen tot tocht en erfdom.

Eelken en Lynken, zuster, voorschreven met hun geleverde momber Frans Leysens hebben de goederen opgedragen die ze ontvangen hadden tot behoef van Cornelis Vaes, die ter gichte kwam met recht.

Dadelijk daarna heeft Cornelis Vaes dit goed opgedragen tot behoef van Jan Gaeydermans zoals ze op de voorgaande genachte overeengekomen waren. Jan kwam ertoe met recht.

 

1509, 30 augustus. Folio 19v

Tielen Dinghenen heeft opgedragen een half bonre bampt gelegen in Corsel 'aenden Hoeghenboss', grenzend oostwaarts de jonge Peter Elen en aan de andere zijde Tijs Witters en Jan Loywychs. Tot behoef van Peter Broeckmans te Hechtelt voor het gedeelte dat hem vallen zal tegen Gert Tielmans kinderen. Peter Broeckmans is ertoe gekomen met recht en geldt 70 hornsgulden.

Meteen kwamen tevens Henrick Gumparts en Heynken Ermen en hebben afstand gedaan van het goed waarvan Tielen de gicht gedaan heeft.

 

1509, 08 november. Folio 21v

Jannes Duytschen, onze meier, heeft geleytenis genomen van de goederen van Jan Aerts gelegen te Corsel wegens 'gebreeck' van de grondcijns. 'Ende daer nae dat gewalt geslaghen was aen Wouter Hoefmans ende Jan Aerts den lathouwer ende der meyer oeck beleyen wolde Tielken Digenen goeyen die oeck van Jan Aerts comen waren. Soe is Tielken vorscreven ten selven vorscreven daghe comen ende heeft dat geleytenisse van sijn selfs goeyen geschudt ende heeft den meyer allen costen ende lasten die daer op gedaen waren op geleet ende heeft begheert naederschap vanden goeyen die beleyt waren ende oeck gewalt aff geslaghen was ende der meyer heeft hem naederschap becant ende daer in gegicht ende gegoet.'

 

1509, 08 november. Folio 22

Adriaen Duncops heeft een half mud rogge jaarlijks opgedragen met valdag op Sint-Mertensdag in de winter aan panden gelegen te Castel onder Corsel, grenzend Jan der overlender(?) 1), Wouter Moerkens aan de andere zijden en nog aan twee dachmael broek grenzend de H. Geest van Corsel 1) en aan de andere zijde Tielen Moerkens zoon. Tot behoef van Joris Zswilden voor 9 en een halve rinsgulden eens. Joris is ertoe gekomen met recht.

Anno 1539 op 20 februari kwamen Jan Van Rivieren en Lowich Meyen en hebben het half mud kwijtgescholden en de panden gekweten. Ze werden betaald. Staan garant met ‘den Herck Bos’ voor het geval dat Henrick Kenens problemen hiermee kreeg.

Anno 1540 op 3 juni kwamen Louich Meynen en zijn huisvrouw Cristyn van Rijviren en hebben Henrick Kenens tot een pand gezet voor de kwijting 'den Cleynen Hegeboss' met een beemdje daaraan gelegen indien Henrick hinder zou ondervinden dat hij de goederen daarvoor mag ‘belijden’(?). En daarom heeft Henrick voorschreven ‘den Hege Boss’ gekweten die Jan van Rivieren(?) gekocht heeft.

 

1509, 08 november. Folio 22

Jaspar Cox met zijn wettige huisvrouw Heylwich Moens hebben zijn gedeelte opgedragen van een zeker 'pinseelen' (percelen) gelegen te Corsel. Het eerste is zijn huis met hof grenzend des heren strate 1), Jan Kennes 2), Heynken Broeckmans 3). Het tweede perceel is zijn gedeelte van een stukje broek grenzend Tielen Oems kinderen 1), Peter Van Hout 2). Opgedragen tot behoef van Jan Moens voor 52 rinsgulden eens boven alle kosten en lasten die er uit gaan. Jan kwam met recht ter gichte.

 

1509, 15 november. Folio 22v

Meier Jannes Duytsen in de naam van onze jonker heeft geleytenisse genomen van de sluis gelegen te Corsel op de dijk te Castel die de meier 'met daghe ende daghe recht' uitgewonnen heeft omdat ze niet behoorlijk is gemaakt. De partijen, namelijk Jan Swolfs huisvrouw van Beringhen met de kinderen en hun meegeringen, hebben dach gehad maar ze zijn niet verschenen om verantwoording af te leggen. Daarom werd de meier iin de naam van de jonker gegicht en gegoed met recht.

 

1509, 22 november. Folio 22v

Jan Moens van Corsel heeft de meier 23,5 stuivers pontgeld gegeven die hij tekort gebleven was op de laatste genachte voor deze toen hij van Jaspar Cox goederen gekocht had. Dit is gebeurd zonder aanwezigheid van Jaspar en daarom wordt dit hier genoteerd.

 

1509, 22 november. Folio 22v

Claes der Bangher van Hechtel heeft de goederen ontvangen die zijn huisvrouw Marie verstorven zijn na de dood van Peter Druyts van Hechtel.

 

1509, 13 december. Folio 23

Cristijn die Hier wonend te Rillaer heeft naderschap geboden op het geleytenisse dat de meier in de naam van de jonker genomen heeft op de sluis die gelegen is te Corsel op de dijk te Castel. De meier heeft de naderschap toegekend. Christine kwam met recht ter gichte en heeft alle kosten en alle lasten erop betaald die in totaal 5 rinsgulden 16 stuivers bedragen.

 

1510, 10 januari. Jaargeding na dertiendag. Folio 23

Jan Moens van Corsel heeft ontvangen de goederen die hem verstorven zijn na de dood van zijn vader Peter Moens.

 

1510, 10 januari. Jaargeding na dertiendag. Folio 23v

Cornelis Vaes van Corsel heeft opgedragen een stuk broek gelegen in 'die Perre Beemde', belast met 1 mud rogge jaarlijks, tot behoef van Jan Tielens van Corssel voor 17 rinsgulden eens. Jan is ertoe gekomen met recht.

Daarna kwam Aert Vaes van Corsel en heeft naderschap geboden op deze koop. Jan Tielens heeft hem de naderschap bekend en Aert is ertoe gekomen met recht.

 

1510, 24 januari. Folio 24v

Peter der scheper van Corsel als momber van zijn huisvrouw Christine en in de naam van Henne en Marie Beckers heeft de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Wouter Beckers.

 

1510, 24 januari. Folio 24v

Gheeret Gheerts van Hoesden heeft opgedragen een mud rogge jaarlijks dat hij vroeger in twee keer gekocht heeft tegen Reyner tSvoechs van Corsel, zoals men in het boek zal vinden, tot behoef van Jan Int Molenijser alias Goywarts. Jan Planten kwam in de naam van Jan Int Molenyser ter gichte met recht op dezelfde manier en voorwaarden als dat gebeurt met andere goederen gelegen onder Beringhen. Het eerste halve mud zal men vinden bij het genachte van 1501 op 27 mei en het tweede half mud op 1 juni 1503.

 

1510, 09 maart. Als een buitengenachte. Folio 28v

Meier Jan Duytschen en tevens rentmeester van onze jonker heeft uitgegeven aan Wilbort Jannes een waterloop gelegen in Corsel 'bij coenen uyter beeke comende vanden Saerschot(?)' om een venneken te wateren dat hem geopend en gebannen is op een penninck grondcijns. Als onderpand voor deze penninck heeft Wilbort gezet een beempt gelegen int Roesbroeck, grenzend ‘die Hollans Heyde’ en ‘die Grose’. Heer Peter Vanden Bogarde, in de naam van de joncker, heeft de gicht daarvan ontvangen voor een onderpand.

 

1510, 11 april. Jaargeding na Pasen. Folio 29v

Alet Moens van Exel met haar geleverde momber Gheeret Goeyens hebben haar gedeelte opgedragen, namelijk het vierendeel, van een beempt geheten 'den Ruysen Beempt' gelegen te Corsel, grenzend Reynder Op Strate 1) en Peter Jans 2). Opgedragen aan Huybrecht Moens van Exel voor 75 hornsgulden eens.

Huybrecht Moens heeft daarna het vierdedeel opgedragen tot behoef van Jan Smeets, die erin gegicht werd. Huybrecht bekende dat hij de koop gedaan had in de naam van Jan Smeets. Daarom heeft de heer van de laatste verkoop geen pontpenningen gehad.

 

1510, 11 april. Jaargeding na Pasen. Folio 29v

Willem van Hagelsteen heeft de nalatenschap ontvangen na de dood van Huybrecht Claes en zijn huisvrouw Digene.

 

1510, 11 april. Jaargeding na Pasen. Folio 29v

Heynrix Zswilden van Beringhen heeft opgedragen een dries gelegen onder Corsel voor Beringhen, grenzend Heynrix Brieders 1), de abt van Corby 2). Deze 'Weyns Dries' werd opgedragen tot behoef van Peter Van Groenendael of Smeesters voor 36 rinsgulden Brabants eens boven alle andere lasten en met 4 denier grondcijns.

Op 7 april 1513 verbeterde Peter van Gronendael voorschreven deze voorschreven koop met 14 rinsgulden eens omdat hij vond dat hij het te goedkoop had gekocht. De verkoper aanvaardde het geld en de heer kreeg 14 stuivers pontgeld.

 

1510, 11 april. Jaargeding na Pasen. Folio 30

Henneke Brieders van Beringhen heeft de goederen ontvangen die op hem verstorven zijn na de dood van zijn zuster Lijske Brieders.

 

1510, 11 april. Jaargeding na Pasen. Folio 30

Jaspar Cox als momber van zijn huisvrouw Heylwich Moens heeft naderschap geboden en gepresenteerd op de koop die Peter Kenens gedaan had tegen Claes Goetschalck met zijn huisvrouw. Deze koop staat gegicht op 19 april 1509. Peter Kenens heeft de naderschap bekend en Jaspar is ertoe gekomen met recht.

 

1510, 11 april. Jaargeding na Pasen. Folio 30v

Willem Maechs met zijn huisvrouw Christine Broeckmans hebben haar gedeelte opgedragen van huis en hof gelegen te Corsel, grenzend Henneken Broeckmans op alle zijden. Opgedragen tot behoef van Heynken Broeckmans voor 24 stuivers eens.

 

1510, 12 april. Buitengenachte. Folio 30v

Symon Melis van Beverlo met zijn huisvrouw Heylwich Melis hebben haar tocht opgedragen van een huis en hof gelegen te Corsel tot behoef van hun twee kinderen, namelijk voor Goessen Wellens als momber van zijn huisvrouw Digene en Lijnken Melis. Deze kwamen ertoe met recht.

Daarna heeft Goesen met zijn huisvrouw hun gedeelte liggend in Corsel, hovend onder onze jonker en afgekomen vanwege zijn huisvrouw, opgedragen tot behoef van Jan Melis voor 45 rinsgulden eens boven alle straatlasten en andere lasten en 'aff geslaghen dat Brabans is'. Het gedeelte is gelegen in Corsel te Genenstall en grenst Aert Witters O, Wout Melis W, de steghe tussen beide. Jan Melis is ertoe gekomen met recht. Lijnke Melis met haar geleverde momber Symon Melis heeft er afstand van gedaan.

 

1510, 12 april. Buitengenachte. Folio 31

Jaspar Cox met zijn huisvrouw Heylwich Moens hebben opgedragen de goederen die hij daags hiervoor 'beschudt ende onderstaen' heeft als momber van zijn huisvrouw tegen Peter Kenens, tot behoef van Jan Moens voor 50 rinsgulden eens. Jan is ertoe gekomen volgens hun voorwaarden die hier volgen. De koper zal 20 rinsgulden geven in contant geld en op Pinksteren eerstkomend de resterende 30 rinsgulden.

 

1510, 20 april. Folio 31v

Huybrecht Moens van Exel heeft opgedragen zijn gedeelte van de Ruysen Beempt gelegen te Corsel, namelijk het vierendeel, tot behoef van Jan Smeets van Corsel voor 50 rinsgulden eens.

 

1510, 16 mei. Folio 33

Peter Vanden Eertweghe heeft opgedragen zijn huis en hof gelegen te Corsel, grenzend Jan Smeets op twee zijden, des heeren strate op de derde zijde en Jan Aerts op de vierde. Opgedragen tot behoef van Jan Goesens voor 50 rinsgulden Brabants eens.

 

1510, 16 mei. Folio 33

Arnout Thijs heeft de tocht opgedragen van de goederen waarin hij getochtigd was na de dood van Lijsbeth Punters, zijn huisvrouw zaliger, voor zover ze hier hoven. Opgedragen tot behoef van Peter Vanden Eertweghe en Wouter Vanden Borne, zijn zwagers, voor 12 rinsgulden Brabants eens. Peter en Wouter kwamen ter gichte met recht.

 

1510, 06 juni. Folio 34

Gheret Meewis van Hechtelt met zijn geleverde momber Reyner Maes hebben opgedragen een stuk broek gelegen te Corsel in Oversel, geheten 'den Grammers Beempt', grenzend Jan Dillen W en Jan Moens O. Opgedragen tot behoef van Heynrix Heymans van Beverlo, die ter gichte kwam met recht. Het gaat om ruil van goederen gelegen onder Hechtelt. Deze beemd is belast met 6 denier grondcijns en komt van Aleyt Meewis volgens inhoud van hun voorwaarden.

 

1510, 06 juni. Folio 34

Peter Beckers van Hechtelt heeft opgedragen een zille broek gelegen te Corsel in Oversel, belast met 3 denier grondcijns, grenzend Tielman Digenen W en Goywart Brans van Diest O. Opgedragen tot behoef van Goywart Brans van Diest voor 15 rinsgulden Brabants eens. Goywart is ter gichte gekomen met recht.

 

1510, 27 juni. Jaargeding na Sint Jans Baptisten dag. Folio 35

Ghielis Wouters van Corsel heeft voor zichzelf en voor zijn broer Reyner en zijn zuster Griet ontvangen de goederen die hen verstorven zijn na de dood van hun vader en moeder.

 

1510, 11 juli. Folio 36

Gheert Vanden Wyer als momber van zijn huisvrouw Dingen Tielens heeft naderschap geboden op de koop die Peter Broeckmans had gedaan tegen Tielman Digenen van een half bonder broek gelegen aan 'den Hogen Boss' te Corsel. Peter heeft Gheert de naderschap bekend. Gheert is als naderman vanwege zijn huisvrouw ter gichte gekomen met recht.

 

510, 27 augustus. Folio 39

Jannes Duytsen, meier, als gemachtigde van Jannes Van Brandeborch heeft geleytnis genomen van de goederen 'als hij met daghe ende met daghe rechts in gemomert heeft', namelijk 'dat Persoons Bloeck' van Corsel met de schuur en met de poort zoals het daar gelegen is en toebehoort aan 'den persoon' (pastoor) van Corsel omdat er geen betaling was van 2 rinsgulden jaarlijks. Aan de meier als gemachtigde werden hout en 'resse' geleverd en hij werd erin gegicht en gegoed met recht. 'Ende vorts den weder partije te wetene helder der panden is gewelt vanden vorscreven goeijen aff geslaghen etc.'

 

1510, 28 november. Folio 41

Lijsbeth Lemmens van Corsel met haar geleverde momber Peter Cornielis hebben opgedragen een half boender land gelegen te Corsel opt Luelen, belast met twee mud rogge jaarlijks aan Aert Vanden Velde. Opgedragen tot behoef van haar zwager Aert Vaes voor 4,5 rinsgulden eens boven alle uitgaande lasten. Aert is ter gichte gekomen met recht. Ze heeft deze goederen verkocht uit kracht van het testament dat ze heeft geproefd.

 

1510, 28 november. Folio 41v

Aert Vaes met zijn geleverde momber Cornelis Vaes hebben opgedragen 2,5 zille broek gelegen in 'den Perre Beempt' te Corsel tot behoef van Lysbeth Lemmens voorschreven voor het geval dat zij of haar kinderen problemen mochten krijgen betreffende de last van 2 mud rogge jaarlijks waarmee het half boender land belast is. Ze zal dat dan mogen verhalen aan de 2,5 zillen beemd.

 

1511, 20 februari. Folio 46

Her Symon Symons, priester, met zijn geleverde momber Heynric Goeyens hebben een beempt opgedragen gelegen te Corsel, geheten 'den Ruysen Bampt', palend Jan Smeets 1), Heynric Jans 2), tot behoef van Jan Smeets onder hun ruilvoorwaarden die hierna beschreven zijn. Jan kwam ter gichte met recht.

Terstond daarna heeft Jan Smeets voorschreven een beempt opgedragen geheten 'den Meygoer', grenzend 'die Bierdonck' 1), des heeren strate 2), tot behoef van her Symons Symons, priester voorschreven, volgens hun voorwaarden van mangeling. Her Symon is ertoe gekomen met recht. Elke grond is belast met zijn cijns en aanstaande lasten.

 

1511, 20 februari. Folio 46v

Marge 'facta sunt bra'. Waarschijnlijk is hier een vergissing gemaakt en betreft het een Brabants goed.

Her Symon Symons met zijn momber voorschreven hebben de voorschreven 'Meygoer' opgedragen tot behoef van Reynken Smeets, de zoon van Jan Smeets, voor 100 rinsgulden eens volgens hun voorwaarden. Reynke is ertoe gekomen met recht.

Voorwaarde is dat Reynke aan her Symon jaarlijks van de hondert gulden geven zal 'van XVII penninghen eenen' totdat Reynke de 100 gulden in twee keer zal afbetalen. De jaarlijkse betaaldag zal Sinte Peters avond zijn geheten 'cathedra Petry'. Wat betreft de pontpenningen is overeengekomen dat her Symon de 100 gulden los en vrij trekt (de lasten zijn dus voor Reynke). Reynke staat garant met al zijn goederen indien de beemd niet voldoende zou zijn als pand voor de 'jaergelde'.

Op 20 maart 1511 kwam Jan Smeets der alde en heeft hem 'verloest' als voor tot een onderpand op de beempt die Jan van heer Symon voorschreven gekocht heeft opdat her Symon daaraan kan verhalen als de beemd niet sterk genoeg zou zijn.

Her Symon met zijn geleverde momber Heynric Goeyens hebben toegezegd dat Reynder Smeets koper, van de voorschreven beemd, het geld mag afleggen door de philpsgulden aan 25 stuivers Brabants te tellen, de goudgulden aan 28 stuivers Brabants, een vueryser met 9 placken en al het ander geld in verhouding daarmee.

 

1511, 06 maart. Folio 47

Aert Jaex met zijn huisvrouw Lijsbeth Jaex hebben een rinsgulden jaarlijks opgedragen aan een pand gelegen te Corsel, namelijk aan een boeck van omtrent een half bonder groot, grenzend des heeren strate W, Peter Beckers O. Tot behoef van Jan Tielens voor 18 rinsgulden eens. Jan werd in de rinsgulden jaarlijks en in het onderpand gegicht en gegoed met recht. Valdag Sinte Andriesdag.

 

1511, 06 maart. Folio 47v

Joris Aert Jans met zijn huisvrouw Christine Meewis hebben een half mud rogge jaarlijkse kwijtpacht opgedragen aan het kindsgedeelte van zijn huisvrouw tot behoef van Aert Custers van Linchout voor 10 rinsgulden eens. Aert werd in het half mud jaarlijks gegicht met recht.

Anno 1532 heeft Eelen Timmermans wettige huisvrouw van wijlen Aert Custers met haar wettige momber en man Jan Tijs aan Jan Mieuwis en zijn panden, als erfgenaam van Joris Aert Jans voorschreven, gekweten van het half mud rogge jaarlijks en bovendien nog een half mud rogge. Voor het ene heeft Jan Mieuwis 9 rinsgulden gegeven en voor het ander 10 rinsgulden, samen dus 19 rinsgulden.

 

1511, 03 april. Folio 49

Jan Cryters van Diest met zijn geleverde momber Lieben Steewechs hebben opgedragen de 'alden schilt' die hij jaarlijks geldt aan de panden die nu toebehoren aan Kenen Kathlijnen te Goirselair volgens de brief die daarvan is. Opgedragen tot behoef van Huybrecht Tys voor 20 rinsgulden eens. Hierna volgt de brief in kwestie. Johan Clocluder, Heynrix Kelberch, Cristiaen Vanden Bossche, Cristiaen van Laren, Willem Op geen heyde, Johan Coex en Reyner Custers van Corsla schepenen van Lummen van buiten maken bekend dat voor hen en voor Johanne van Hamme 'richter' (meier) van onze heer Everaert vander Marcke heer van Lummen in eigen persoon verschenen is Johan Heysleven(?) van Gersela en zijn zuster Magreta en hebben verklaard dat ze 1 oude schilt 'goet van goude ende swaer van gewichte' verkocht hebben om deze jaarlijks op Sinte Remeysmisse erfelijk en eeuwelijk aan Willem Op Gheen Heyde en zijn erfgenamen, of de brenger van deze brief, te geven. Willem heeft deze schilt gekocht via wettelijke koop van Johan en Magriet voorgenoemd. Als onderpand hebben Jan en Magriet aan Willem een block gezet van anderhalve zille groot ongeveer gelegen te Gorsla naast de straat en bij erf van Wouter Mathewis, op de derde zijde bij erf van Lambrecht Peeters en 4) bij erf van Merten van Goersla. Willem werd in dit onderpand gegoed met recht. Mocht Willem of de brenger van deze brief geen voldoening krijgen, dan mag hij voor deze schepenbank van Lummen komen en zijn hand aan dit onderpand slaan. De schepenen bevestigden hun gemeyne zegel aan deze brief op de derde dag van de 'hoeymaent' 1375.

 

1511, 03 april. Folio 50

Thijske Bennemans van Exel zoon van Thomas Bennemans heeft ingestemd met de gichte die zijn vader met zijn zusters Marie, Lijske en Lijnke hebben gedaan aan Christiaen Bennemans en Gheert Gannen(?).

 

1511, 01 mei. Jaargeding na Beloken Paeschen. Folio 51

Jan Witters van Hechtelt met zijn huisvrouw Lijske hebben opgedragen een stuk broek gelegen te Corsel in Oversel, grenzend 'den Bennemans Beempt' O, dat Ghijskens Broeck W, tot behoef van Jan Beckers wonend te Corsel voor 53(?) rinsgulden Brabants geld eens.

In 1512 op 6 mei kwamen Tijske Beckers en Joannes Slanghen als nadere mannen van het voorschreven goed en ze hebben de naderschap geboden. Jan Beckers heeft hen de naderschap bekend. Daarop werden Tijske en Joannes in het goed gegicht met recht.

 

1511, 08 mei. Folio 52

Lijn Nielens met haar geleverde momber Sijmon Nielens hebben een mud rogge jaarlijks opgedragen aan panden gelegen in Corsel, namelijk aan een hof die omtrent 1,5 bonder groot is. Hij paalt Aert Witters O, Wouter Nielens kinderen W. Opgedragen tot behoef van Lijsbeth, Marie en Digene Mertens de dochter van Marie Mertens voorschreven(!?) voor 20 rinsgulden Brabants eens. Jan van Elter 'bastert, schoutet tot Vogelsanghe, is als momber van zijn huisvrouw Digene en in de naam van zijn twee zwageringen Marie en Lijsbeth ertoe gekomen met recht volgens de volgende voorwaarden.

Voorwaarde is dat de verkopers dit mud rogge moeten leveren in Diest op hun eigen kosten in het huis van Marie Mertens. Indien zij of hun nakomelingen dit mud willen afleggen, moet dat gebeuren met 20 rinsgulden Brabants (1 philipsgulden voor 25 stuivers en al het ander geld na advenant) en met volle pacht. Dan moeten de verkopers ook het mud rogge afleggen dat ze de kopers ook hebben overgegicht buiten in de Brabantse bank die ze met een koop verkochten. Het een is zonder het ander niet af te leggen. Betaaldag zal half april zijn. Deze gicht van het mud rogge is gebeurd met uitzondering van de tocht voor Marie Mertens, de moeder van de voorschreven drie kinderen.

1554 op 19 april kwam Jan Vander Horst en hij heeft aan Peter Wellens panden het voorschreven mud rogge gekweten. Hij is daarmee betaald van de hoetpenningen en van de restanten.

 

1511, 05 juni. Folio 53v

Pouls Doven van Corsel heeft een bloexken opgedragen gelegen te Corsel, geheten 'den Heeseleer', grenzend Jan Roesboems op twee zijden en des heeren strate 3). Belast met 6 halster rogge jaarlijks. Opgedragen tot behoef van Huybrecht Beckers voor 9,5 rinsgulden Brabants eens boven de voorschreven last. Huybrecht kwam ter gichte met recht.

 

1511, 16 juni. Jaergedinge nae Sint-Jans Baptisten daghe. Folio 54

Jan Schuylens van Beverloe heeft 26 stuivers jaarlijks opgedragen die hij jaarlijks gelden had aan de panden van de eerste kinderen van Marie Sweerts, namelijk aan een beempt gelegen te Corsel in Overselle. De beemd grenst de kinderen van Willem Pelsers 1), Moen Kenens 2). Opgedragen tot behoef van Jan Cleys voor 10 rinsguden Brabants.

Op 17 juni 1535 hebben Jan Cleijs en zijn zoon Jacop de panden gekweten van de 26 stuivers voorschreven. Ze hebben de hoetpenningen ontvangen en ze beloven om Cristijne, Jans dochter, te brengen om deze gicht te lauderen. Dat heeft ze gedaan op 9 september 1535.

 

1511, 18 september. Folio 56

Jan Dillen van Corsel heeft als momber van zijn huisvrouw Heyloff en Jan, Aert, Peter, Heyloff en Marie Thielens kinderen van Tielman Digenen en Eertken en Lijsken Digenen kinderen van Tielen Digenen der Jonge de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Tielmans(?) Digenen.

 

1512, 08 januari. Jaergedinghe nae derthien daghe. Folio 59

Heynric Goeyens van Corsel heeft in de naam van de drie kinderen van Reyner Mentens, namelijk Jan, Heyloff en Lijnke, de goederen ontvangen die hen na de dood van hun ouders zijn toegevallen.

 

1512, 08 januari. Jaergedinghe nae derthien daghe. Folio 59v

Willem Stevens van Beverloe heeft een stuk land opgedragen gelegen te Corsel, palend Heyn Moens 1), de sheeren strate 2) en 'den galge berch' 3) tot behoef van Aert Stevens voor 10,5 rinsgulden eens. Aert is ertoe gekomen met recht.

 

1512, 22 januari. Folio 60

Magriet Vaes met haar geleverde momber Jannes Duytsen hebben haar tocht opgedragen van een heythove gelegen te Corsel, namelijk het zesde deel. Tot behoef van haar zoon Henneke. Hiermee kwam Henneke tot tocht en erf van het voorschreven goed.

Dadelijk daarna heeft Henneke het voorschreven zesde deel opgedragen tot behoef van zijn oom Nielis Vaes voor 6,5 rinsgulden en 1,5 stuiver eens. Nielis is ter gichte gekomen met recht.

 

1512, 22 april. Jaergedinghe nae beloken Paeschen. Folio 64v

Jan Wouters van Corsel als H. Geestmeester van de kerk van Corsel heeft opgedragen een eusel half heide, half dries gelegen te Corsel, volgens de onderstaande proclamatie. Deze proclamatie is in het Latijn. Erardus de Marcka prinsbisschop geeft toestemming aan de tafel van de H. Geest van Koersel om aan Arnoldus Convints het goed te verkopen dat grenst aan Marie Inde Molen 1), de abdij van Averbode aan de andere zijden. Gedateerd op de laatste dag van maart 1512. Te lezen door iemand met kennis van Latijn. Koopprijs? Arnout Convints kwam ter gichte.

 

1512, 17 juni. Folio 66v

Wilhelmus Clerx(?) met zijn geleverde momber Lenart Van gelmen en Jan Pouls der Jonghe hebben opgedragen een stuk beemd gelegen te Corsel, geheten 'den Colen Meij' die hun 'sweer' (schoonvader) Jannes Reneri gekocht had. Opgedragen tot behoef van Jan Muters wonend te Hechtelt voor 19 hornsgulden en 22,5 rinsgulden Hessels en licht geld, los en vrij boven alle kosten en lasten. Jan Muters werd gegicht met recht. Wilhelm met zijn geleverde momber Lenart hebben ook gesproken voor zijn zwager Adam Renerij dat hij in de gicht Jan Muters geen hinder zal doen.

 

1512, 23 september. Folio 68

Heynrix Goeyens van Corselle met zijn wettige huisvrouw Kathelijn Boeyen en Juliaen van Korspele met zijn wettige huisvrouw Christine Boeyen hebben afstand gedaan van elkaars deel van de erfenis.

Aan Christine is gevallen 'den Aenzeel' gelegen te Laren waar Jan Kynkens uitgestorven is met al zijn toebehoren daarbij gelegen, hetzij in winnend land of in grond voor zover ze gelegen zijn in 'dissij'(?deze zijde?) der beken. Bovendien nog een beempt gelegen op ‘den Schavey’ geheten 'den Caetsenbampt' en nog een stuk beempt dat Aelbrecht Meewis in gebruik heeft. Deze kavel moet aan de andere jaarlijks twee peters toegeven die zij mag afleggen met hetzelfde geld waarmee de twee peters kunnen afgelegd worden die de celbroeders (Zselbroeders) van Diest hebben aan het ander goed gelegen in Scholen. Op de goederen gelegen in Laren staan de volgende lasten: aan Jan Moens 1 rinsgulden, aan Gielke Hoefmans 1 rinsgulden, aan de H. Geest VI halster rogge, aan Heyn Reyners een half mud rogge, aan Clocker 12 stuivers, aan de jaargetijden 6 stuivers, aan Hennen Bogarts 1 alden groot. Dit deel moet alle jaarlijkse straatlasten betalen waar hun oude vader Jan Kijnkens uitgestorven is. Daarvoor krijgt dit deel van het volgende deel als hulp voor de betaling 9 rinsgulden eens.

Aan Katelijne is voor haar deel gevallen het goed in Scholen gelegen waar Lijss Mellen in woont met anderhalve zille broek. Dit wordt gerekend op 13 rinsgulden. Tevens 5 zillen broek daarvan er drie gelegen zijn in 'die Kipgheeters', de vierde aan 'den Varenberch' en de vijfde achter de slachmolen. Nog een gedeelte van een bos gelegen te Scholen bij 'die Tiegelrij' en nog aan Aert Vanden Gaeyer 8 alde groet. Nog in Gestel twee peters. Deze deling moet volgende jaarlijkse lasten dragen: aan Geerken Pijls 14 stuivers, 10 alde groet, aan O.-L.-Vrouwaltaar in Lummen 28 stuivers, 2 peters aan de celbroeders van Diest. Deze deling zal van de andere deling jaarlijks 2 peters trekken zoals voorschreven is en tevens 9 rinsgulden moeten toegeven zoals voorschreven.

Anno 1513 op 14 juli heeft Juliaen van Korspele als momber van zijn huisvrouw twee peters jaarlijks afgelegd die hij jaarlijks schuldig was van zijn deling, zoals voorschreven. Heynric Goeyens met zijn - voorschreven heeft Juliaen en zijn panden kwijtgescholden.

 

1512, 16 december. Folio 70v

Aert Wijnen van Corsel heeft in de naam van de drie kinderen van Heynric van Merleberchs, namelijk Jan die in het godshuis van Sint.... is, Clementia en Lysbeth van Merleberch, de goederen ontvangen de hen na de dood van hun ouders zijn verstorven.

 

1512, 16 december. Folio 70v

Aert Wijnen van Corsel heeft in de naam van de drie kinderen van Heynric van Merleberchs, namelijk Jan, die in het godshuis van Sint Merten(?) is, Clementia en Lysbeth van Merleberch, de goederen ontvangen de hen na de dood van hun ouders zijn verstorven.

 

1513, 09 februari. Folio 72

Arnout Tielens wonend te Diest heeft een half boender broek opgedragen gelegen in 'die Peerer Bemde' onder Corsel, grenzend Heynric Houtmans 1) en Aert Van Postel aan de ander zijden, des heeren strate 3), de beek 4). Tot behoef van Aert van Postel voor 17,5 rinsgulden eens boven alle andere lasten, los en vrij. Aert van Postel is ertoe gekomen met recht.

 

1513, 03 maart. Folio 73

Joris Van Wiemeringhe met zijn huisvrouw Lysbeth Ryken hebben een half zille broek opgedragen gelegen onder Corsel te Haexlaer, grenzend 'dat Steewichs Goet' 1) en Heyn Int Molenbeemdeken 2) tot behoef van Wouter TSrijken voor 8 rinsgulden eens. Wouter is ertoe gekomen met recht.

 

1513, 21 april. Folio 76v

Michgiel Loywichs van Corsel heeft een stuk broek opgedragen gelegen te Corsel in Oversel, grenzend 'den Goessens Wijer' 1) en Claes Tys beemd aan de andere zijde. Opgedragen tot behoef van Jan Keenes voor 6 rinsgulden en 3 voedertonnen eens. De tonnen werden getaxeerd op 30 stuivers.

 

1513, 27 april. Folio 77v

Goyvaert Brans, wonend in Diest, met zijn wettige huisvrouw Heyloff Meewis hebben een beemd opgedragen gelegen te Corsel in Oversel, geheten 'den Neuwen Beempt', grenzend Geeret Dillen kinderen O, Tielen Digenen kinderen W, de beek 3) en des heeren strate met de kinderen van Geret Dillen 4). Tot behoef van Heynric Goeyens voor 145 rinsgulden Brabants eens, los en vrij boven alle lasten, kosten en rechten met uitzondering van de grondcijns. Voorwaarde is dat Heynric aan Goyvart tussen dit en Pasen eerstkomend in Diest in het huis van Goyvart zal komen betalen, kosteloos en schadeloos.

 

1513, 02 juni. Folio 80

Gheeret Meewis met zijn geleverde momber Reyner Maes hebben een stuk broek opgedragen gelegen in Oversel geheten 'dat Wouters Broeck', grenzend Cornelis Vaes 1) en Peter Yden 2), tot behoef van Aert Tigghers van Hechtelt voor 46 rinsgulden Brabants eens los en vrij boven alle andere rechten, pontgelt enz. Belast met 2 denier grondcijns. Aert is ertoe gekomen met recht.

 

1513, 02 juni. Folio 80

Huybrecht van Peelt met zijn wettige huisvrouw Marie Beckers hebben opgedragen een half bonder land gelegen te Corsel te Genenstall, palend Jan Beckers 1), des heeren strate 2), tot behoef van Jan Beckers voor 25 rinsgulden eens, los en vrij. Jan Beckers is ertoe gekomen met recht.

 

1513, 02 juni. Folio 80v

Lijnke Contermans alias Kets heeft in de naam van de twee kinderen van haar zuster, namelijk Anna en Truyke, de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun vader Jan Dillen alias van Balen.

 

1513, 02 juni. Folio 80v

Peeter Witters van Hechtelt heeft een stuk broek opgedragen gelegen in Oversel bij die Roeybeeck, grenzend Moey Kenens 1), Heyn Moens 2), tot behoef van Tijs Witters onder vorm van mangeling. Tijs heeft aan Peeter nog toegegeven 2 rinsgulden eens. Tijs is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud van hun ruil.

 

1513, 16 juni. Folio 81

Jan Keenens, zoon van Heynric Keenens, heeft het vierendeel opgedragen van 'der Hamels Heyden' gelegen te Corsel in die gemeyn heyde tot behoef van meester Jan Liebens voor 16 rinsgulden eens, los en vrij boven alle rechten en pontgeld.

In 1514 op 27 april heeft Heyn Kenens als naderman naderschap geboden en meester Jan Liebens heeft hem die bekend. Heyn is tot het goed gekomen als naderman.

 

1513, 28 juli. Folio 83

Vaes Teewis wonend in Exel en Jan Custers met zijn wettige - en Arnout Coppens wonend in Exel hebben een bonder land opgedragen gelegen onder Corsel, grenzend Jan Tielmans zoon O, Heynric Hueveners W, met een weg door 'tHoutert Bloeck'. Tot behoef van Heynric Hueveners huisvrouw geheten Geertruyt voor 45 rinsgulden eens. Heynric Hueveners is er in de naam van zijn huisvrouw toe gekomen met recht volgens de ondergeschreven voorwaarden. Omdat Arnout Coppens slechts tochtenaar is van de voorschreven goederen, volgens zijn portie, en hij bekent dat de erfgenaam van dit gedeelte nog niet 'tot sijn dage comen en is', zal er zoveel geld blijven staan tot de tijd dat het kind mondig zal zijn om de voorschreven gichte volgens recht te vertijen. Arnout voorschreven heeft beloofd dat te doen.

 

1513, 25 augustus. Folio 84v

Peter Yen van Hechtelt heeft opgedragen een half bonder bamps of broek gelegen op 'Geen Wouters Broeck', palend Peeter Eelen 1) en Geeret Neewis 2). Deze beemd werd aan Peter gelaten via het testament van Lijsbeth IJen dat Peter heeft geproefd. Opgedragen tot behoef van Arnout Tegghers van Hechtelt voor 48 rinsgulden Brabants. Arnout is ertoe gekomen met recht.

 

1513, 25 augustus. Folio 85

Huyben Wellens van Hechtelt heeft opgedragen een half boender broek gelegen in Oversel, grenzend Jan Wellens 1), Wouter Ooms 2) en 3) 'dat gemeyn vloet die beeck', tot behoef van Geeret Reyners van Hechtelt onder voorwaarde van hun mangeling met andere goederen gelegen onder Hechtelt. Geeret geeft aan Huyben nog 58 hornsgulden toe. Geeret is ertoe gekomen met recht. Huyben heeft de wederhelft van het voorschreven broek gesteld als onderpand voor het geval dat het half boender zwaarder zou belast zijn dan met de grondcijns.

 

1513, 06 oktober. Jairgedinge nae Remingij. Folio 85v

Heynric Oeyen van Hechtelt heeft in de naam van de kinderen van Peter Witters, namelijk Grietke en Ernie(?) de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders.

 

1513, 10 november. Folio 87

Peter Dillen zoon van Peter Dillen heeft een stuk erf opgedragen gelegen aan 'den Wellende Borne' te Corsel, grenzend Peter Broeckmans 1) en Jan Oeyen 2) en des heeren vroente 3). Tot behoef van Geeret Reyners voor 9 hornsgulden eens. Geeret kwam ter gichte.

 

1513, 24 november. Folio 87v

Heynric Goeyens heeft in de naam van de kinderen van Mathijs Jans van Corsel, namelijk Adriaen, Mathewis, Mathijs en Christine, de goederen ontvangen die hen na de dood van hun ouders zijn toegevallen.

 

1513, 24 november. Folio 87v

Jannes Snijders met zijn geleverde momber en met zijn huisvrouw Lijsbeth Poelmans hebben opgedragen het gedeelte dat zij hadden aan 'dat Custers Goet' gelegen te Scholen met de aanstaande lasten. Opgedragen tot behoef van Heynric Goeyens van Corsel voor 18 hornsgulden en 4 stuivers eens boven alle andere lasten, los en ledig.

 

1514, 12 januari. Jaergedinghe nae derthiendaghe. Folio 89

Willem Sweerts met zijn huisvrouw Magriet Tielmans hebben zijn gedeelte opgedragen van een bloeck gelegen te Corsel, geheten 'dat Thouter Bloeck', palend Kenen Reyners 1) en Aert Vanden Houte 2). Tevens zijn gedeelte van een eusel geheten 'dat Vroenten', grenzend Vranck Vanden Hove 1) en Lemmen Tijs 2), tot behoef van Jan Joris wonend te Corsel voor 47 rinsgulden eens.

 

1514, 12 januari. Jaergedinghe nae derthiendaghe. Folio 90

Gert, zoon van Claes Wellens van Hechtelt, heeft een plekske opgedragen gelegen in Oversel 'opt Wouters Broeck', palend Peter Elen O, en W Henne Cautsmeet, voor 12 rinsgulden Brabants tot behoef van Jan Cnaep.

 

1514, 23 februari. Folio 92

Katelijn Jordens van Corsel met haar geleverde momber Heynric Goeyens heeft opgedragen haar tocht van een stuk land gelegen te Corsel geheten 'die Alde Groene' (groeve?), grenzend Peter Leyssen 1), Jan Custer 2) en 3), 4) des heeren strate. Tot behoef van Heynric Wijnens, haar zoon. Hiermee kwam Heynric tot tocht en erve.

Testond daarna heeft Heynric Wijnens de helft van het voorschreven bloek opgedragen tot behoef van Heyric Creners van Corsel voor 28 rinsgulden en 8 groot eens. Heynric Cremers werd erin gegicht en gegoed met recht.

 

1514, 23 februari. Folio 92

Magriet Loywichs met haar geleverde momber Heynric Cremers heeft een stuk broek opgedragen van ongeveer een boender groot geheten 'die Schoem', palend de beek 1) en des heeren strate 2), Peter Van Hout O en Jan Sentens W. Opgedragen tot behoef van Heynric Wijnens, die erin gegicht werd met recht. Voorwaarde is dat Heynric voor Magriet zal zorgen alsof ze zijn kind was (houden sall gelijck sijnen kinde) en daarom heeft hij aan de heer als pontgeld 8 stuivers gegeven.

 

1514, 23 februari. Folio 92

Andries Dillen alias Van Balen met zijn geleverde momber Reyner Maes heeft het versterf en kindsgedeelte opgedragen dat hem verstorven is na de dood van vader en moeder tot behoef van de kinderen van zijn broer, namelijk Marie, Yken, Lijne en Cornielis. Voor 1 rinsgulden jaarlijks erfelijk en eeuwig te gelden Brabants geld. Zijn nicht Marie kwam voor haar en voor haar zusters en broer ter gichte.

Terstond daarna heeft Lambrecht Cupers met zijn huisvrouw Marie haar tocht van het erf waarin ze getochtigd was na de dood van Heynrc Van Balen, haar eerste man, opgedragen tot behoef van haar vier kinderen Marie, Yken, Lijne en Cornielis. Dochter Marie kwam voor haarzelf en voor Yken, Lijne en Cornielis tot tocht en tot erf.

Terstond daarna heeft Marie, de dochter van Marie voorschreven, met haar geleverde momber Lambrecht Cupers 'haeren oem', haar kindsgedeelte weer opgedragen tot een onderpand voor de rinsgulden jaarlijks in de eerste gichte vernoemd. Andries werd in dat gedeelte gegicht en gegoed met recht als voor een onderpand. Marie met haar momber hebben beloofd om Yken, Lijne en Cornielis voor het recht te brengen om ook hun gedeelte als onderpand te zetten volgens de voorwaarden.

 

1514, 23 maart. Folio 93

Lambrecht Schuermans van Beverloe met zijn huisvrouw Marie Mijnen heeft opgedragen haar gedeelte, namelijk het derde deel, van een stuk broek gelegen in Corsel in Oversel, palend Willem Pelsers 1) en Claes Meynen aan de andere zijden, tot behoef van Claes Meynen, haar broer, voor 20 rinsgulden eens. Claes is ertoe gekomen met recht.

 

1514, 27 april. Jaergedinge nae Paschen. Folio 97v

Christine van Heyst van Corsel met haar geleverde momber Heynric Goeyens heeft de goederen opgedragen waar ze macht over had, roerend en onroerend, tot behoef van Reyner Schriex, haar neef. Reyner werd erin gegicht met recht onder conditie dat hij Christine houden zal haar leefdagen lang van alles wat ze nodig heeft zoals zijn eigen kind 'ter goeder reelickheyt'. Bovendien moet Reyner aan Willeken Dierix als momber van zijn huisvrouw 10 rinsgulden eens geven en aan Christiaen Lemmens en Lijne en Kijne zijn zusters samen ook 10 rinsgulden eens binnen twee jaar naastkomend. Wat al voor deze dag gegeven werd, zal in mindering gebracht worden.

 

1514, 11 mei. Folio 98

Griet Witters met haar geleverde momber Heynric Oeyen en Erme(?) Witters met haar geleverde momber Claes Mijnkens van Olmen hebben een stuk erf opgedragen gelegen in Oversel onder Corsel. Het is 'som (een beetje) gronen was ende som heytwas', palend Jan Witters O, Heyn Oeyen W en de vroenten op de andere twee zijden. Opgedragen tot behoef van Jan Witters van Hechtelt voor 50 hornsgulden eens. Voorwaarde is dat Jan Witters deze 50 hornsgulden zal betalen tussen dit en Sinte Jansmisse eerstkomend. Als hij dit niet doet, mag hij deze prijs betalen een jaar nadien en daar dan een mud rogge eens bijvoegen.

 

1514, 28 mei. Folio 99v

Jan Goessens heeft huis en hof opgedragen gelijk hij dat gekocht had van Peter Vanden Eertweege. Het is gelegen in Corsel en hij heeft het opgedragen tot behoef van aijn dochter Lijsbeth 'die Jan Peellers heeft'. Jan Peelleers is ertoe gekomen met recht. Indien de huisvrouw van Jan Goessens, die de huisvrouw is geweest van Heynric Keenens zaliger, langer leeft dan Jan Goessens, dan zal ze haar leefdagen lang 2 rinsgulden jaarlijks hebben aan dit goed.

 

1514, 22 juni. Folio 100v

Pouls Doven van Corsel heeft de helft van alle goederen opgedragen die hij verkregen had van Jan Swolfs van Beringen met de lasten daaraan, tot behoef van Aert Covents voor 15 rinsgulden eens boven de aanstaande lasten. Aert Covints is ter gichte gekomen met recht. Aert heeft beloofd dat Pouls 5,5 vat koren jaarlijks mag verhalen aan zijn panden indien Pouls problemen zou kunnen krijgen vanwege deze goederen.

Jan Roesboems is tot dit goed gekomen als naderman en Aert Covints heeft afstand gedaan. Pouls heeft de panden van Aert gekweten.

 

1514, 22 juni. Folio 101

Dadelijk daarna heeft Pouls Doven voorschreven de andere helft van de voorschreven goederen opgedragen tot profijt van Jan Roesbooms als momber van zijn huisvrouw Heyloff, voor zijn kindsgedeelte. Heynric Goeyens kwam in de naam van Jan Roesbooms ter gichte met recht op voorwaarde dat hij het opnieuw inbrengt of 15 rinsgulden eens ervoor rekent. Daarna zal Jan gelijk delen met de andere kinderen.

 

Folio 101v. Los blad

Slechts fragment. Jan Vanden Put heeft gerekend van zijn jaar dat hij heeft als momber van de H. Geest van Coersel .... 'Liebens' ter hulpe van de arme kinderen voor st... van boeken tesamen 28 stuivers.

Item Jasper Hillen heeft overgegeven als momber van de H. Geest van zijn jaar dezelfde meester Jan .... de arme kinderen bij hem visenterende 25 stuivers.

 

1514, 29 juni. Jaergedinge nae Sint Jansbaptisten dage. Folio 102

Jan Smeets van Corsel heeft een bos opgedragen gelegen te Corsel 'opt Luelen', palend de persoen van Corsel O, Heynric Kenis kinderen W, 'die Schrickhey' Z ('op die son zijde'). Tot behoef van Jan Dillen, volgens hun ruilvoorwaarden met andere goederen gelegen in 'den laethove te Corsel'. Jan Dillen geeft nog 1 rinsgulden eens toe aan Jan Smeets. Jan Dillen is ter gichte gekomen met recht. Het goed is belast met 3 denier cijns.

 

1514, 07 september. Folio 103v

Aert Wijnen van Corsel heeft in de naam van Jan van Yseeren kinderen, te weten Heyne, Henneke en Yken van Yseeren de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Jan van Yseren.

 

1514, 05 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeys dage. Folio 105v

Claes Naex met zijn huisvrouw Katelijn heeft het half mud rogge jaarlijks opgedragen dat hij trekt aan panden van Aert Jaex in Corsel: huis en hof. Opgedragen tot behoef van Peter Neckers voor 7 rinsgulden eens. Peter is ertoe gekomen met recht en hij geeft nog een paar pantoffels en een paar 'dunder schonen' toe van 5 stuivers.

 

1514, 19 oktober. Folio 106

Heynric Wijnen heeft 2 mud rogge jaarlijks opgedragen aan panden gelegen onder Corsel in Oversel: een broek geheten 'die Schoende', palend Hennen ZSentens 1), Peter Van Houte 2), de gemeijn heide 3) en de beek 4). Opgedragen tot behoef van Jan Clocluijers van Linchout voor 40 rinsgulden eens Brabants geld. Afleggen met hetzelfde geld. Jan is ter gichte gekomen met recht. Tot pand is nog ter hulp gesteld met recht een half boender land geheten 'die Alde Grove' (Grone?) gelegen te Corsel. De rogge is kosteloos en schadeloos te leveren in zijn huis.

 

1514, 19 oktober. Folio 106

Magriet Van Heyst met haar geleverde momber Heynric Goeyens heeft haar tocht opgedragen van de erfelijkheid die ze bezit na de dood van haar vader en moeder tot behoef van haar zoon Lenart Hermans.

Terstond daarna heeft Lenart Hermans voorschreven deze goederen opgedragen tot behoef van Reyner Scriex van Corsel voor 2 rinsgulden jaarlijks en erfelijk. Reyner is daartoe gekomen met recht.

Vervolgens heeft Reyner Scriex het voorschreven goed met zijn kindsgedeelte weer opgedragen tot een onderpand van de twee rinsgulden jaarlijks voorschreven tot behoef van Lenart. Lenaert werd erin gegicht als tot een onderpand.

 

1514, 09 november. Folio 107

Wouter en Jan Moerkens van Corsel hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van vader en moeder.

 

1514, 07 december. Folio 108

Peter Eelen heeft een heythove opgedragen gelegen te Corsel voor 'dat Moninx Hout', grenzend Poul Metten 1), des heeren strate aan de andere zijden. Opgedragen tot behoef van Cornelis Vaes onder vorm van mangeling. Cornelis is ertoe gekomen met recht volgende de voorwaarden van hun ruil. Het ruilgoed hooft in de Brabantse hof.

 

1514, 07 december. Folio 108

Reyner Stuexs van Corsel heeft twee mud rogge jaarlijks opgedragen met valdag op Sinte Andries apostel dach aan en op een stuk erf geheten 'den Mugghen Berch' gelegen te Corsel, grenzend Peter Maechs O, Reyner Cupers aan de andere zijden. Tot behoef van Arnout Swarts voor 48 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met dezelfde som en met volle pacht. Steeds te leveren in het huis van Arnout. Arnout werd in de twee mud en in de panden gegicht met recht.

Dadelijk daarna heeft Heynric Goeyens 9 zillen broek opgedragen gelegen in Corsel die hij verkregen en gekocht heeft van Govart Brans met zijn huisvrouw. Ze worden opgedragen als onderpand van de twee mud rogge jaarlijks voorschreven voor het geval dat het goed niet voldoende zou zijn. Arnout werd in deze 9 sillen gegicht voor een onderpand.

Daarna, op 23 januari 1522, kwamen Arnout Swarts en Anna van Schaffen met haar geleverde momber haar vader Laureijs en ze hebben bekend dat ze de hoetpenningen van de twee mud rogge jaarlijks ontvangen hebben en ze hebben de panden van deze last gekweten en kwijtgescholden.

Erna kwam Geeret van Schaffen met zijn huisvrouw Merike Swarts in 1523 en hij heeft de panden van de vaste jaarrente gekweten betreffende zijn gedeelte en portie, namelijk 2 halster rogge jaarlijks. Daarom heeft Arnout Swarts aan Geert voorschreven overgegicht 5 halster rogge jaarlijks op 25 juni 1523. (Zie de gichte hierna om dit te begrijpen.)

 

1514, 07 december. Folio 108v

Arnout Swarts voorschreven met zijn huisvrouw Maria Van Velpen heeft 1 mud rogge jaarlijks voorschreven opgedragen tot behoef van haar nicht Anna van Schaffen, wettige dochter van Laureys van Schaffen, na hun beider dood om die jaarlijks te heffen. Laureys van Schaffen werd er in de naam van zijn dochter Anna in gegicht en gegoed met recht. Met het andere mud rogge jaarlijks zal Arnout zijn vrije wil mogen doen of zijn erfgenamen laten volgen na hun beider dood.

 

1514, 07 december. Folio 108v

Reyner Stuex heeft het voorschreven stuk 'den Mugghen Berch' opgedragen tot behoef van Heynric Goeyens voor 6,5 rinsgulden eens boven alle andere lasten die eraan staan. Heynric is ertoe gekomen met recht.

'Achter volgende der quytschelden op dander zijde staende soe salmen nae vinden dat Aert Swarts vorscreven Annen vorscreven een ander mud rogge tsiaers bewees daer zij met haren geleverde momber Laureys haren vader met is tevreden geweest als men bevinden sall anno XVC XXI XXIIIa januarij' (23.01.1521).

 

1515, 11 januari. Jaergedinghe nae derthiendaghe. Folio 109v

Heynric Morkens heeft een beempt opgedragen van omtrent 2 dachmael groot, gelegen onder Corsel te Castel 'int Sluys Broeck', palend Tiewis Mertens O, Jan Morkens W. Draagt nog een half boender land 'haert' op daarbij gelegen, palend Jan Morkens W en Jan Huybens O, tot behoef van Wouter Morkens voor 40 rinsgulden eens boven alle andere lasten. Wouter werd erin gegicht met recht.

 

1515, 23 maart. Folio 115v

Heynric Wynen heeft een stuk land in Corsel opgedragen als pand voor 6 halster rogge jaarlijks. Het grenst Aert Vaes 1), Jan Dillen aan de andere zijden. Valdag half maart. Verder staan al zijn andere Loonse goederen garant. Tot behoef van Jan Clockers van Linchout voor 15 rinsgulden eens. Te kwijten met gelijke som. Jan Cluckers is ertoe gekomen met recht.

In 1526 op 1 maart kweet Jan Clocluyers voorschreven het pand van deze 6 halster rogge jaarlijks. Hij heeft het geld ontvangen.

 

1515, 19 april. Folio 116v

Jan Yoeyen met zijn wettige huisvrouw Marie Schepers heeft een bloeck opgedragen gelegen in Corsel, palend Reyner Convints W, Aert en Peter Schepers O. Tot behoef van Peter Schepers voor 2 rinsgulden jaarlijks. Peter Schepers is ertoe gekomen met recht op voorwaarde dat Peter de twee rinsgulden afleggen mag met 40 rinsgulden eens en dat met 20 rinsgulden per keer.

14 april 1564 heeft Jan Jacops met zijn huisvrouw Aleydt Vander Horst deze panden gekweten en Valentijn Valentijns is ertoe gekomen met recht.

 

1515, 19 april. Folio 117

Peter Beckers heeft 2,5 zillen broek opgedragen gelegen in Oversel in 'die Pirac(?) Beemde', palend Aert Vaes O en Peter Vaes kinderen W. Tot behoef van Aert Vaes voor 48 rinsgulden eens. Aert is ertoe gekomen met recht op voorwaarde dat hij 8 rinsgulden van de 48 betaalde in gereed geld en nog betalen zal tussen dit en Kerstmis eerstkomend 30 rinsgulden eens zonder last 'op beleytenisse van sijnen Loeyensche goeyen'. Het surplus van 10 rinsgulden zal blijven staan en die zal Aert op Kerstmis daarna met oplegging van 10 stuivers eens betalen 'ende dat met synen geleverde momber Cornelis Vaes ende dat op beleytenisse vanden vorschreven goeyen'.

 

1515, 19 april. Folio 117v

Peter Jan Reyners van Corsel heeft de panden van Jan Peters gekweten van 4,5 verdelinx koren jaarlijks.

 

1515, 19 april. Folio 118

Peter Seynans van Helchteren heeft een beemd opgedragen gelegen te Corsel in Oversel, grenzend Heyn Houtmans W, Peter Beckers O. Tot behoef van Symon Moens, zoon van Heynric Moens van Corsel, voor 85 en een halve rinsgulden eens Brabants. Symon werd erin gegicht en gegoed met recht.

Op 8 mei 1516 kwamen Reyner Semarts(?) en Heynric Houtmans als momber van zijn huisvrouw Heyloff en hebben de naderschap geboden op de voorschreven koop en Peeter Seynans (moet Symon Moens zijn) heeft aan deze personen de naderschap bekend en er afstand van gedaan met recht. Reyner en Heynric Houtmans als momber van zijn vrouw zijn ertoe gekomen met recht.

 

1515, 24 mei. Folio 119v

Reyner der Boicht van Corsel heeft opgedragen 12 stuivers jaarlijks aan een bloeck gelegen te Corsel, geheten 'dat Roeyken', grenzend 'dat Hoesdens Straetken' W, Jannes Op Straet O. Tot behoef van de vroegmis van Corsel voor 12 rinsgulden eens. Te kwijten met gelijke penningen. Eerst dag van betaling zal zijn op Sint-Jorisdag naastkomend. Jan Smeets van Corsel werd erin gegicht en gegoed in de naam van de vroegmis voorschreven.

 

1515, 28 juni. Jaergedinghe nae Sint Jansmisse baptisten. Folio 122

Jan Roesboems met zijn wettige huisvrouw hebben opgedragen het goed dat hij 'bescudt' heeft als momber van zijn huisvrouw van Aert Convints. Aert had het gekocht van Pouls Doven. Opgedragen tot behoef van Hennen Roesboems, zijn broer, voor 17 rinsgulden eens. Heyn is ertoe gekomen met recht.

Heyn Roesboems heeft tot borg gezet een stuk erf gelegen tussen Jan Rutkens en Heyn Moens kinderen voor het geval dat Jan Roesboems enige hinder mocht ondervinden zodat hij dit kan verhalen aan het voorschreven erf.

 

1515, 08 november. Folio 125v

Goeswyn Raeymeeckers van Hougarden met zijn huisvrouw Eelen hebben opgedragen haar tocht van al haar Loonse goederen die haar gebleven zijn na de dood van haar eerste man Jan Woutens zaliger. Opgedragen tot behoef van Heylke Wouters, haar dochter. Daarmee is Heylke tot tocht en tot erve gekomen met recht.

Dadelijk daarna heeft Heylke voorschreven met haar geleverde momber Goeswijn voorschreven een stuk erf verkocht geheten 'die Drieschen', grenzend Heyn Convents op twee zijden en ze heeft het opgedragen tot behoef van Goris Vanden Eerweghe voor 40 rinsgulden eens. Goris is ertoe gekomen met recht.

 

1515, 08 november. Folio 126

Helken(!) voorschreven met haar voorschreven momber hebben een beemdeke opgedragen gelegen in Corsel aan 'den Castelschen Dijck', groot omtrent twee dachmael, grenzend de dijk voorschreven W, O 'die Maelbeeck' en op de derde zijde Wouter Beckers kinderen. Opgedragen tot behoef van Peeter Van Hamme voor de som van 47 rinsgulden een een halve Brabants eens. Heylke met haar momber hebben verklaard dat ze volledig betaald zijn.

 

1515, 21 november. Folio 126v

Geret Nuwis van Hechtelt met zijn geleverde momber Reyner Maes, hebben opgedragen 3 rinsgulden jaarlijks Brabants aan een beemd gelegen te Corsel, groot omtrent 2 boender, palend Matheewis Oeyen kinderen O, Eelen Eelen kinderen W, 'den Hogen Boss' Z tot behoef van Huybrecht Vander Straten van Diest voor 40 philipsgulden eens. De drie rinsgulden jaarlijks zijn te leggen met dezelfde som in philipsgulden of de waarde ervan in ander geld en steeds met volle pacht. Te leveren in Diest, 'los, leedich ende vrij'. Valdag op 21 november. Huybrecht is ertoe gekomen met recht. Deze beemd is verder enkel nog met grondcijns belast.

 

1516, 16 januari. Jaergedinge nae derthiendage. Folio 130

Jan der Smet van Corsel heeft de goederen ontvangen die zijn huisvrouw aangestorven zijn na de dood van haar zuster Lijne.

 

1516, 24 januari. Folio 130v

Jan der Smet heeft de goederen ontvangen die zijn zwagerin Marie zijn verstorven na de dood van haar zuster Lijne.

 

1516, 06 maart. Folio 136

Jan Peeters van Hoesden heeft opgedragen een huis en hof gelegen te Corsel, grenzend des heeren strate 1) en Jan Smeets op 2 zijden en Jan Aerts 4). Tot behoef van Aert Reyners voor 50 rinsgulden eens te betalen binnen dit en kerstmis. Aert werd erin gegicht met recht.

Op 24 september 1517 heeft Jan Peeters bekend dat hij betaald werd en hij heeft Aert gekweten.

 

1516, 06 maart. Folio 136v

Aert Wijnen heeft opgedragen een boender land gelegen te Corsel, grenzend heer Lambert de Lanae 1), des heeren strate 2) en de kinderen van Jan Zswinnen 3), tot behoef van Jan Beckers op hun voorwaarden van ruil van goederen. Jan is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud die hierna volgt.

 

1516, 06 maart. Folio 136v

Jan Beckers heeft opgedragen een boender land gelegen te Corsel, palend des heeren strate 1), heer Claes Moens 2), Adriaen Leysen 3), tot behoef van Aert Wynens volgens de inhoud van hun ruil voorschreven. Aert is ertoe gekomen met recht.

 

1516, 06 maart. Folio 136v

Jan Beckers heeft opgedragen het voorschreven erf dat hij verkregen heeft tegen Aert Wijnen tot behoef van Henneke Convints voor 50 rinsgulden eens boven alle andere uitgaande lasten. Henneke is ertoe gekomen met recht.

 

1516, 03 april. Jaergedinghe nae beloken Paschen. Folio 138

Peeter Vanden Eertweghe met zijn huisvrouw hebben opgedragen 1 rinsgulden jaarlijks die ze gelden hadden aan een beempt geheten 'den Exselse Beempt' gelegen te Corsel, palend Tonis Hoefmans van Hoesden O, Geret Goeyens 2) tot behoef van Heynric Goeyens voor een andere jaargulden die Heynric gelden had aan panden van Peeter Vanden Eertwege. Het gaat om 18 stuivers jaarlijks die hoven in de Brabantse hof en Heynric geeft nog 2 rinsgulden eens. Heynric is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud van hun mangeling.

Op 7 mei 1517 heeft Heynric Goeyens met zijn geleverde momber Jan van Meuwen deze voorschreven rinsgulden weer opgedragen tot behoef van Peeter Vanden Eertwege omdat Peeter niet gemachtigd was om deze rinsgulden te verhandelen. Peeter werd weer in de rinsgulden gegicht met recht en iedereen zal houden wat hij ervoor had.

 

1516, 17 april. Folio 138v

Hennen Convents heeft een stuk erf opgedragen gelegen te Corsel, palend Reynder Convents 1), Heyn Convents 2) en des heeren strate 3), tot behoef van Peeter der Scheper volgens de inhoud van een mangeling van andere goederen. Peter is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud van hun ruil zoals volgt.

 

1516, 17 april. Folio 138v

Peeter der Scheper heeft een stuk land opgedragen gelegen te Corsel te Genen Stall, palend Heyn Moens 1), des heeren strate 2) en Adriaen Laureysen 3), tot behoef van Hennen Convents volgens de inhoud van hun voorschreven ruil, voor het goed voorschreven. Hennen is ertoe gekomen met recht.

 

1516, 21 juni. Jaergedinghe nae Sint Jans Baptisten daghe. Folio 142v

Jan Jordens van Corsel met zijn huisvrouw Magriet Bennemans heeft 2 rinsgulden jaarlijks opgedragen aan een pand gelegen te Corsel: 2 daechmael broek gelegen in 'die Stuck Beemde', grenzend Heynric Moons O, Jan Goeyens W. Opgedragen tot behoef van Claes en Lijnke Schuytmans, zuster en broer, voor 36 rinsgulden eens. Steeds te kwijten met gelijke penningen en met volle pacht. Heynric Moons kwam in de naam van Claes en Lynke ertoe met recht.

Deze 2 rinsgulden heeft Jan Van Straten gegolden zoals men vinden zal op 5 september 1527.

 

1516, 02 oktober. Jaergedinghe nae Sinte Remeys dach. Folio 145v

Peeter Cleeren van Corsel heeft zijn tocht opgedragen van een stukje erf gelegen te Corsel, palend Peeter Schepers O en Adriaen Leysen W. Dit erf bezat hij als tochter na de dood van Marie Poelmans, zijn huisvrouw. Opgedragen tot behoef van Aert Maechs. Daarmee kwam Aert tot vruchtgebruik en erf.

Nu tocht en eigendom in dezelfde handen zijn, heeft Aert Maechs dit goed weer opgedragen tot behoef van Peeter Cleeren voor 10 rinsgulden eens. Peeter is ertoe gekomen met recht. Aert heeft zijn Loonse goederen tot borg gesteld voor het geval dat iemand van zijn zijde zou komen die Peeter enige hinder zou berokkenen.

 

1516, 16 oktober. Folio 146

Jan, Frans, Lijnke en Marie Hoens, zusters en broers, hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van vader en moeder.

 

1516, 16 oktober. Folio 146

Merten Op strate van Corsel heeft opgedragen het mud rogge dat hij jaarlijks gelden had aan panden van Tielman Vaes gelegen te Corsel, tot behoef van Heer Lenart Lenarts alias van Leen geboren in Boeckhout voor 20 rinsgulden Brabants geld eens. Heer Lenart werd erin gegicht en gegoed met recht. Dat Merten voorschreven tot dit mud rogge gekomen is, zal men vinden gegicht en gegoed in het jaar 1506 op 9 juli.

 

1516, 30 oktober. Folio 146v

Cornielis, Marie en Lynke kinderen van wijlen Heynric Van Balen hebben de goederen ontvangen die hen na de dood van hun zuster Yken zijn toegevallen.

 

1517, 08 januari. Jaergedinghe nae derthiendaghe. Folio 154

De kinderen van Jan Vanden Hout van Corsel, te weten Peeter Vanden Houte, Jan Putmans als momber van zijn huisvrouw Lijsbeth, Lambrecht Tijs als momber van zijn huisvrouw Marie, en de kinderen van Kathelijne Vanden Eertweghe, te weten Goris, Heynric en Ide, hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Jan Vanden Houte.

 

1517, 05 maart. Folio 158

Aert Vaes van Corsel met zijn geleverde momber Cornielis Vaes, zijn broer, heeft opgedragen een half mud rogge en 10 stuivers jaarlijks aan goederen gelegen te Corsel, namelijk 2,5 zille broek gelegen in Oversel in 'die Perre Bemde'. Palend Peeter Vaes kinderen van Hoesden 1), Aert Vaes 2), de beek 3) en des heeren strate 4). Tot behoef van Jan Tielens te Corsel voor 20 rinsgulden eens. Te kwijten met dezelfde som. Jan Tielens is ertoe gekomen met recht. (Een Philipsgulden telt voor 25 stuivers, een gouwen gulden voor 28 stuivers en 1 hornsgulden voor 12 stuivers.)

 

1517, 19 maart. Folio 159

Heynric Wijnen van Corsel heeft een stuk erf opgedragen gelegen te Corsel, palend Jan Dillen op drie zijden en 4) Aert Vaes. Het is omtrent een half boender groot. Opgedragen tot behoef van Jan Dillen voor 29 rinsgulden eens Brabants. Een philipsgulden geldt 25 stuivers en de gehele som werd betaald in philipsguldens, los en vrij. Jan werd erin gegicht met recht.

Op 18 maart 1518 heeft Heynric Snoecks de naderschap van het voorschreven goed geboden en Jan Dillen heeft hem die bekend en er afstand van gedaan. Daarop is Heynric ertoe gekomen als naderman.

 

1517, 19 maart. Folio 159v

Geret Raeymeekers van Beverloe heeft een halve zille broek opgedragen gelegen onder Corsel bij Haexelaer in het broekje geheten 'tGhesoer', grenzend Jannes Dierix 1), Heyn ZSvroeyen 2) en 3) Wouter tSryken. Opgedragen tot behoef van Jan Wynen voor 8 rinsgulden en 5 stuivers eens. Jan is ertoe gekomen met recht.

Geret heeft een broer geheten Peeter 'die welge niet en hoirde soe dat hij geen kennis voir tgericht en heeft gedaen als vanden coep vanden vorscreven erve'. Dus heeft Geret voor het gerecht beloofd het gedeelte van zijn broer aan te leggen. Bovendien heeft hij beloofd Jan Wynen kosteloos en schadeloos te ontheffen indien het mocht gebeuren dat hij van Gerets broer Peeter enige hinder had in de toekomst betreffende dit voorschreven goed.

 

1517, 05 mei. Folio 162v

Goris, Heyn en Yken Vanden Eertwech, met hun geleverde momber hun broer Goris, hebben opgedragen een stuk broek gelegen te Corsel in 'den Langen Eyken', geheten 'die Stock Beemde', regenoten Peeter Vanden Houte 1), Dierick Opden Eertwech 2) tot behoef van Lambrecht Tijs van Hoesden voor een ander goed hovende in de Brabantse bank. Lambrecht is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud van hun ruil.

 

1517, 05 mei. Folio 162v

Jan Cremers met zijn huisvrouw Magriet Bennemans van Corsel heeft zijn gedeelte, het vijfde, van een stuk broek opgedragen, gelegen in Oversel tegen 'den Goessens Wijer', grenzend Jan Bennemans 1), de beek 2) en Jan Witters 3). Opgedragen tot behoef van Geret Goeyens voor 23 rinsgulden eens. Heynric Goeyens kwam in de naam van zijn vader Geret ter gichte met recht.

Op 4 maart 1518 heeft Jan Bennemans naderschap geboden van het voorschreven goed en Geret heeft hem de naderschap bekend. Daarop werd Jan Bennemans in het goed gegicht met recht.

 

1517, 05 mei. Folio 163

Jan Tielens van Beringen heeft gekweten aan panden van Heynric Mommen de 14 stuivers jaarlijks die hij eraan gelden had. Hij werd volledig betaald.

 

1517, 28 mei. Folio 163v

Adriaen Duncops van Corsel heeft opgedragen een halve mud rogge jaarlijks aan een beemd gelegen te Corsel, geheten 'den Diepenbeempt' en nog aan een eusel geheten 'dat Metten Lant' te Castel int 'Sluys Broeck' en nog aan een dries daar op het einde van gelegen. De beemd grenst Jan Tielens oost. Opgedragen tot behoef van Jan Rutkens van Corsel voor 10 rinsgulden Brabans eens. Valdag elk jaar op Pinxt Dach. Jan Rutten is ertoe gekomen met recht.

 

1517, 28 mei. Folio 164

Adriaen der Smet alias Croners heeft de naderschap geboden van de goederen die Jan Wijnen 'gegolden' had tegen Geret Raeymiekers van Beverloe met zijn broeder op 19 maart 1517. Jan Wijnen heeft aan Adriaen de naderschap bekend en daarop is Adriaen ertoe gekomen met recht als naderman.

 

1517, 28 mei. Folio 164v

Marie Dierix van Beringen met haar geleverde momber heer Jan Corvers heeft haar tocht opgedragen van een stuk broek gelegen te Corsel 'int Gesoer', grenzend Wouter tSryken 1) en Heyn Svroeyen kinderen 2) tot behoef van haar twee kinderen, namelijk Jan en Magriet. Jan Dierix en Jan Bennemans als momber van zijn huisvrouw Magriet zijn daarmee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu vruchtgebruik en eigendom in dezelfde handen zijn, hebben Jan Dierix en Jan Bennemans met zijn huisvrouw het voorschreven goed opgedragen tot behoef van Jan Wijnen voor 8,5 rinsgulden eens. Jan Wynen is ertoe gekomen met recht.

 

1517, 24 september. Folio 170

Ghijs Ghijsens van Corsel heeft opgedragen 2 dachmael broek gelegen te Oversele, regenoten Lijs Vaes O, Tijs Joris W. Tevens een stuk land gelegen te Corsel, O Aert Vaes, Lijs Vaes W. Beide stukken opgedragen tot behoef van zijn broer Jan Ghijsens voor 75 rinsgulden eens. Jan is ertoe gekomen volgens de inhoud van de volgende voorwaarde. Jan moet zijn broer Ghijs dadelijk 10 rinsgulden eens geven en voor de overige 65 rinsgulden moet hij jaarlijks aan zijn broer 3 rinsgulden en 5 stuivers Brabants betalen. Jan mag deze som kwijten met 1 rinsgulden jaarlijks waarvoor dan een kapitaal van 20 rinsgulden wordt afgelegd.

Op 7 januari 1518 heeft Jan van de rente 5 stuivers jaarlijks afbetaald en Thijs heeft gezegd dat hij het geld daarvan ontvangen heeft.

 

1517, 05 november. Folio 173

Willem ZSweerts van Diest met zijn huisvrouw Magriet Aleten heeft een beemd opgedragen gelegen te Corsel, geheten 'den Varenbampt', grenzend des heeren strate 1), Merten Intcloester 2), Heynric Goeyens 3) en Geret Goeyens, Heynric Kenens, Heynric Cremers 4), tot behoef van Heynric Goeyens voor 5 rinsgulden jaarlijks erfelijk en eeuwig (20 stuivers Brabants voor de rinsgulden). Valdag Sint-Mertensmisse in de winter. Niet verder belast dan des heeren grondcijns. Heynric werd erin gegicht en gegoed met recht volgens de voorwaarden. Voorwaarde is dat Heynric aan Willem tussen dit en Sint-Jansmisse eerstkomend 11 rinsgulden en 12 stuivers eens, los, zal geven als voor een onderpand. Heynric heeft met zijn geleverde momber Reyner Vaes nog opgedragen een bempt geheten 'den Exselsche Bempt' gelegen op het einde van de voorschreven 'Varenbeempt', 5 zillen groot, en tevens enkel met de gondcijns belast. Grenzend Peeter Cornelis 1) en Tonis Hoefmans 2), als een onderpand voor de 5 rinsgulden jaarlijks en erfelijk. Willem is ertoe gekomen met recht. Willem begeerde hiervan een brief en Heynric stond dit toe.

 

1518, 04 februari. Folio 178

Heynric Snoex van Corsel heeft een mud rogge jaarlijks opgedragen aan al zijn goederen onder onze jonker gelegen tot behoef van Marten Op Strate voor 20 rinsgulden eens (25 stuivers Brabants voor de philipsgulden). Te kwijten met gelijke penningen. Merten is ertoe gekomen met recht.

 

1518, 18 februari. Folio 179

Henneke Duncops zoon van Jan Duncops en Lijsbeth Duncops met haar geleverde momber Jan der Smet hebben afstand gedaan van huis en hof en alles wat hen vanwege hun ouders gebleven is tot behoef van hun broer Laureys.

Dadelijk daarna heeft Laureijs Duncops het goed voorschreven opgedragen tot behoef van Wouter Tielens te Corsel voor 48 rinsgulden Brabants boven alle uitgaande lasten. Wouter is ertoe gekomen met recht. Voor zover dit goed van de 'Poelmans Goede' gekomen is, is dit goed erfelijk verbonden in een half mud rogge jaarlijks aan O.-L.-Vrouwenaltaar te Corsel.

Op 18 maart heeft Jan op die Blueck naderschap geboden van het voorschreven goed en Wouter Tielens heeft hem de naderschap bekend en er afstand van gedaan met recht. Jan is ertoe gekomen met recht als naderman.

 

1518, 18 maart. Folio 181v

Heynric Snoecks van Corsel heeft zijn huis en hof opgedragen, gelegen te Corsel, grenzend Huybe Sentens 1), Reyner Scriecks 2). Draagt nog een half boender land op gelegen te Corsel dat Heynric 'aff bescudt' heeft Jan Dillen zoals men vinden zal op 19 maart 1517. Draagt ze op als pand voor 14 halster rogge jaarlijks, die Heynric in Diest moet leveren, tot behoef van Jan Dillen van Corsel voor 35 rinsgulden Brabants geld. Deze som is betaald met philipsguldens gerekend aan 25 stuivers Brabants. Jan Dillen werd in de 14 halster jaarlijks gegicht met recht. Te kwijten met dezelfde penningen.

 

1518, 18 maart. Folio 181v

Heynric Snoecks van Corsel voorschreven heeft bekend dat hij geen weg heeft door het erve van Jan Dillen voorschreven en hij heeft daarvan afstand gedaan met recht.

 

1518, 18 maart. Folio 182v

Reyner Sworchs van Corsele heeft een mud rogge jaarlijks opgedragen aan twee boender beemd gelegen te Corsel 'aen die Breedonck', palend deze Breedonck 1), 'die Heernshage' 2), tot behoef van Heylwich Op die Heyde alias Jannes voor 20 rinsgulden Brabants gevalueerd geld. Valdag half maart en kwijtbaar met zelfde som. Heylwich werd erin gegicht en gegoed met recht. Reyner moet de rogge in haar huis leveren op zijn kosten en last.

Op 2 mei 1527 heeft Aert Reyners van Corsel, houder van dit pand, de hoetpenningen afgelegd van het mud rogge en heeft Heyloff met haar geleverde momber Jan Bogaerts bekend dat ze volledig voldaan is en ze heeft de panden gekweten.

 

1518, 15 april. Jaergedinge nae Beloken Paschen. Folio 183v

Jan Beateren heeft de 'achtendertichstalven' (37,5) stuivers jaarlijks opgedragen die hij gelden heeft aan Wouter Polmans pand in Corsel gelegen tot behoef van Jan Poelmans van Molem, zijn neef, voor 30 rinsgulden eens. Jan Poelmans is ertoe gekomen met recht.

Jan Poelmans heeft op 7 februari 1521 aan zijn zwager Wouter Spunxs het derdedeel van de jaargulden gegicht met recht.

 

1518, 15 april. Jaergedinge nae Beloken Paschen. Folio 183v

Adriaen Cremers van Corsel heeft de naderschap geboden van de koop die Jan Wijnen gedaan heeft aan Jan Dierix en Jan Bennemans op 28 mei 1517, namelijk van een stukje broek gelegen 'int Gesoer'. Adriaen is er als naderman toe gekomen met recht.

 

1518, 15 april. Jaergedinge nae Beloken Paschen. Folio 185

Jan Tielens van Corsel heeft naderschap geboden van een stuk erf gelegen te Corsel komend van Jan Poelmans, grenzend Jan Beckers 1), des heeren strate 2), omtrent 3 halster groot, dat Jan Op die Blueck 'aff bescudt' had van Wouter Morkens. Jan Op die Blueck heeft aan Jan Tielens de naderschap bekend en er afstand van gedaan. Jan Tielens is ertoe gekomen als naderman met recht.

 

1518, 15 april. Jaergedinge nae Beloken Paschen. Folio 185v

Jasper Wellens van Corsel met zijn wettige huisvrouw Katelijne Nielens heeft beloofd op al hun goederen onder deze jonker gelegen dat hij Geeret Goeyens los en vrij zal houden van de lasten die er mogen zijn of komen vanwege de goederen die Jaspar met zijn huisvrouw verkocht heeft aan Geert. Het gaat om een halve beemd gelegen te Corsel onder de abt van Averbode. Geret mag de lasten verhalen aan al de goederen.

 

1518, 15 april. Jaergedinge nae Beloken Paschen. Folio 185v

Heyloff, huisvrouw van Claes Tijs, met haar geleverde momber Heynric Goeyens heeft haar tocht opgedragen die ze bezit na de dood van Claes Tijs tot behoef van haar 6 kinderen, te weten Geret, Lijsbeth, Geertruyt, Marie, Heylwich en Digene. Daarmee zijn deze kinderen tot tocht en erve gekomen met recht.

Nu vruchtgebruik en erve vergaderd zijn met recht, heeft Jan Tielens met zijn wettige huisvrouw Lijsbeth, Heylofs voorschreven dochter, het voorschreven erf opgedragen tot behoef van Daniel Nielens alias Wouters voor 64 rinsgulden eens. Daniel is ertoe gekomen met recht op voorwaarde dat Daniel van de 64 rinsgulden jaarlijks 1 rinsgulden zal gelden. Hiervoor blijven 20 rinsgulden eens staan en zal de gulden ook mogen afgelegd worden. Het erve is geheten 'dat Stall Bloeck' gelegen te Corsel te Genen Stall, grenzend Jan Huybens W, Gielis Laukens 2) en des heeren strate 3). Jan Tielens heeft beloofd dat hij zijn zwager en zwagerinnen zal inbrengen om te lauderen. Het goed is belast met 6 denier grondcijns.

 

1518, 28 april. Folio 188

Heynric Heymans van Beverloe met zijn geleverde momber Joris van Coosen heeft een beemd opgedragen gelegen te Corsel, geheten 'den Grammarts Bempt', grenzend 'die Egde' 1), 'den Mommen Beempt' 2), Mathijs Joris en Reyner Scriecks 3), tot behoef van Mathijs en Jan Van Putte, broers, voor een ander goed gelegen onder de bank vander Houeyken. Dat gaat om 8 rinsgulden jaarlijks staande aan panden van de kinderen van Peeter Brieers. De broers Jan en Mathijs zijn erin gegicht en gegoed met recht volgens de inhoud van hun ruil.

 

1518, 20 mei. Folio 189

Peeter Cremers van Corsel heeft 3 mud rogge jaarlijks opgedragen aan een beemd geheten 'den Langen Hout Bampt' gelegen bij andere. Hij is omtrent 5 dachmael groot en grenst de H. Geest van Corsel 1), Heynric Tielmans 2). Valdag op eerste dag van april. Tot behoef van Huybrecht Vander Straten wonend te Diest voor 60 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten met gelijke penningen. Vranck Vanen Hove is in de naam van Huybrecht voorschreven erin gegicht en gegoed met recht. Voorwaarde is dat Peeter of zijn nakomelingen elk mud zullen mogen betalen met 28 stuivers Brabants, binnen een half jaar nadat het koren zal gevallen zijn te betalen. Indien het half jaar verstreken is na de valdag, zal Huybrecht of zijn nakemelingen 'choer' (keuze) hebben.

 

1518, 20 mei. Folio 189v

Heynric Moens van Corsel heeft de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van zijn zuster Magriet.

 

1518, 20 mei. Folio 190

Heynke Vroeyen van Corsel en Grietke, zijn zuster met haar geleverde momber Aert Witters, hebben afstand gedaan van elkaars deel volgens de inhoud van hun deling. Aan Heynke is gevallen een bloeck gelegen te Castel, geheten 'dat Stalmanstuck', nog een stukje beemd gelegen te Castel aan den Dijck, nog een beemdeke gelegen te Haexelaer. Aan Grietke is gevallen de molen in Castel geheten 'des Heyligeest Molen', een stuk erf gelegen te Haexelaer geheten 'dat Haechdoren Bloeck', een beemd gelegen achter de voorschreven molen, grenzend Giel Lanken O. Griet moet aan haar broer 29 rinsgulden eens toegeven: 20 rinsgulden binnen een volgend jaar en de andere binnen 9 jaar daarna volgend.

Heynric zal nog het bakhuisje hebben met de 'loefken' staande tegen de voorschreven molen. Mocht hij het bakhuis afbreken, dan zal zijn zuster de grond behouden en de schuur behoudt ze ook.

Op 15 mei 1532 kwam Heynke voorschreven en hij heeft bekend dat de 29 rinsgulden betaald werden en hij heeft zijn zuster de schuld kwijtgescholden.

 

1518, 27 mei. Folio 191

De rentmeester van onze jonker heeft een 'hoestat' uitgegeven te Corsel te Genenstalle aan Nijs Mertens. Ze grenst Jan Mertens 1), Reyner Wouters 2), de gemeente 3). Ze is door het gerecht gepaald en jaarlijks moet ervoor 2 denier grondcijns voor betaald worden op Sinte Remeysmisse.

 

1518, 27 mei. Folio 191

De rentmeester voorschreven heeft nog een 'hostat' te Corsel te Genenstall uitgegeven aan Jan Pouls, zoon van Poul Metten. Ze grenst Jan Mertens hove 1), des heeren strate 2) en de abt van Everbode 'wijder' 3). Ze is door het gerecht gepaald op 1 denier grondcijns.

 

1518, 27 mei. Folio 191

De voorschreven rentmeester heeft te Corsel nog een 'hostat' uitgegeven te Genenstalle aan Ghijs Mertens. Ze grenst Jan Mertens 1), Nielis Wouter hove 2). Met gerecht gepaald op 1 denier grondcijns op voorwaarde dat hij de 'suywe' (souw) open houden zal waarbij niemand schade lijden zal.

 

1518, 27 mei. Folio 191

De voorschreven rentmeester heeft nog uitgegeven aan Willem Hoefmans een 'hostat' te Corsel aan 'die Scrickheyde', grenzend Vranck Vanden Hove 1), Wouter Hoefmans 2), de vroente 3). Voor 1 penning grondcijns gepaald door het gerecht met recht.

 

1518, 05 juni. Folio 192

Jan Mommen met zijn huisvrouw Alet Hammarts heeft zijn gedeelte opgedragen van een heytbloeck, namelijk het zesde deel, gelegen te Corsel. Het grenst Wilbort van Postel 1) en des heeren strate 2), 3) Heynric Moens. Opgedragen tot behoef van Aert Vaes voor 9,5 rinsgulden eens (thiendalve of tien half is 9,5). Aert is ertoe gekomen met recht.

 

1518, 05 juni. Folio 192v

Lambrecht Kempenneers van Beringhen met zijn huisvrouw Gheertruyt Van Gestel heeft een beemd opgedragen gelegen in 'die Schorfort', grenzend Willem Jannes 1), Meewis Marien 2), tot behoef van Lambrecht Geerts van Meldert voor een ander erf gelegen onder Beringhen. Lambrecht Geerts geeft aan Lambrecht Kempeneers voorschreven nog eens 8 rinsgulden eens toe. Dit goed is belast met 1 levervat rogge grondcijns onder onze jonker. Lambrecht Geerts is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud van hun mangeling.

 

1518, 01 juli. Jaargedinge na Sint-Jans dag. Folio 193v

Joris Meewis, zoon van Meewis Joris, heeft het pand van Jan Dillen gekweten van het mud rogge jaarlijks dat hij eraan gelden had. De last stond aan twee boender(?) beemd gelegen in Oversel, geheten 'die Baten Bamde'. Hij werd volledig betaald.

 

1518, 02 september. Folio 196

Geret Eelen, Jan Eelen en Reyner Eelen hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Willem Pelsers; Ze hebben dit versterf tevens ontvangen voor heer Peeter Eelen hun broer.

Dadelijk hierna heeft Geret Eelen zijn gedeelte van het versterf weer opgedragen tot behoef van zijn twee broers Jan en Reyner voor 2 mud rogge. Geret zal die trekken onder vorm van ruil. Jan is er voor zichzelf en voor zijn broer Reyner toe gekomen met recht volgens de inhoud van de ruil.

 

1518, 02 september. Folio 196

Jan Eelen voorschreven heeft de 2 mud rogge jaarlijks die de voorschreven kinderen gelden hebben aan de panden van Eelke Eelen, gelegen te Corsel aan 'Onser Lieven Vrouwen Donck', volgens de inhoud van de ruil van de voorschreven goederen, opgedragen tot behoef van Geeret Eelen, zijn broer. Geret is ertoe gekomen met recht.

 

1518, 03 november. Folio 199v

Jan Dillen van Corsel met zijn huisvrouw Heyloff Tielens heeft 29 stuivers jaarlijks Brabantse 'paeij' en geld opgedragen aan een stuk broek gelegen te Corsel in Oversel, groot omtrent 6 zillen en geheten 'den Neuwen Bempt', grenzend Jan Tielens 1), die gemeyn beeck(?) 2), tot behoef van de tafel van de H. Geest op het begijnhof binnen Diest voor 26 rinsgulden Brabants geld. Steeds te kwijten met gelijke penningen. Joffr. Digene Coemans kwam in de naam van de tafel van de H. Geest voorschreven ertoe met recht.

Heylwich Goeyens en Digene Lemmens als meesteressen van het voorschreven begijnhof, met hun geleverde momber Symon Vaes, hebben later de panden van Jan Dillen gekweten en bekend dat ze volledig voldaan zijn van de hoeftpenningen. Geen datum.

 

1518, 03 november. Folio 199v

Jonker Jan vander Marck heer van Lummen heeft een eute opgedragen gelegen bij Hagelsteen over die Laeck op de zijde naar Beringhenwaarts, grenzend de Laeck 1), de kinderen van Willem Smeets van Corsel 2) en 'dat Gemeyn Heyken' onder Lummen 3), tot behoef van Ghijsbrecht Geerkens van Eversel voor 2 rinsgulden jaarlijks Brabants geld zoals nu gangbaar is. Ghijsbrecht werd erin gegicht met recht op voorwaarde dat hij deze 2 rinsgulden jaarlijks zal kwijten met 40 rinsgulden Brabants geld eens.

Dadelijk daarna heeft Gijsbrecht dit eute weer opgedragen en verder al zijn Loonse goederen onder de jonker voorschreven gelegen als een onderpand voor de 2 rinsgulden jaarlijks: 6 dachmael broek gelegen bij die vroente tEversel onder Lummen geheten 'dat Middel Eust(?)', 'den Langen Bampt', 'die Haver Stoppelen', de halve bampt naast 'die Haver Stoppelen' gelegen, een bampt geheten 'den Weender Bmpt' en 'Joris Swilden Bosse'. De jonker is hiermee in de goederen gegicht voor een onderpand van de twee rinsgulden voorschreven.

Joffr. Magriet van Ronckel weduwvrouwe van Lummen, met haar geleverde momber jonker Jan haar 'edelste' (oudste bedoeld?) zoon heeft op 19 juli 1522 het voorschreven pand en onderpand gekweten van de twee rinsgulden jaarlijks voorschreven en ze heeft bekend dat ze volledig werd betaald van het kapitaal voor haar en haar nakomelingen.

 

1518, 18 november. Folio 200v

Jan Lockermans met zijn huisvrouw Heyloff Beckers heeft haar gedeelte opgedragen van 'den Stall Bloeck' gelegen te Genenstall onder Corsel, grenzend Jan Becker O, Jan Huyben W, tot behoef van Jan Beckers voor 28 rinsgulden eens boven alle andere uitgaande lasten. Alet, de huisvrouw van Jan Beckers voorschreven, is er voor hen beiden daarin gegicht en gegoed met recht.

 

1518, 06 december. Folio 201v

Jan Ghijsens alias Vaes van Corsel heeft een half mud rogge jaarlijks opgedragen op en aan al zijn Loonse goederen hier gelegen tot behoef van Willem Sweerts voor 10 rinsgulden zoals ze nu gangbaar zijn. Valdag op Kerstmis. Te kwijten met dezelfde penningen. Willem is ertoe gekomen met recht.

 

1519, 13 januari. Jaergedinghe nae derthiendage. Folio 202v

Ghijsbrecht Vaes wonend te Corsel heeft 1 rinsgulden jaarlijks opgedragen van de drie rinsgulden jaarlijks die hij gelden heeft aan zijn broer Jan Vaes. Deze rinsgulden komt van zijn kindsgedeelte dat hem verstorven is na de dood van vader en moeder. Opgedragen tot behoef van heer Leenarts Boey(?), priester, voor 20 rinsgulden eens. Heer Lenaert is ertoe gekomen met recht.

Deze voorscheven 3 rinsgulden zal men vinden anno 1517 op 24 september.

 

1519, 27 januari. Folio 203v

Peeter Cremers van Corsel heeft 23 stuivers jaarlijks opgedragen aan een beemd gelegen te Corsel, geheten 'den Langen Hout Beempt', grenzend de H. Geest van Corsel O, Heynric Tielmans kinderen W, tot behoef van Claeske en Lijnke Schuytmans, de kinderen van wijlen Maghiel Schuytmans, voor 23 peeters eens. 18 stuivers Brabants voor elke peeter gerekend. Met deze penningen staat de last ook te kwijten: 25 stuivers Brabants voor de rinsgulden en 28 stuivers voor de goudgulden. Valdag eerste dag van april, te beginnen dit jaar. Heynric Moens werd er in de naam van de kinderen in gegicht met recht.

Deze 23 stuivers heeft Jan Van Straten 'gegolden' zoals men vinden zal op de laatste dag van oktober 1527.

 

1519, 27 januari. Folio 205

Peeter Cleren wonend te Zuylre heeft een stuk erf opgedragen gelegen onder Corsel te Castel, grenzend Peeter Schepers 1), Adriaen Laureyssens 2), tot behoef van Reyner Bennemans voor 25 rinsgulden en een halve philipsgulden eens boven alle uitgaande lasten. Het is belast met 1 denier grondcijns. Reyner is ertoe gekomen met recht.

 

1519, 03 maart. Folio 206

Jan Custers van Corsel heeft opgedragen een stuk erf gelegen te Corsel, grenzend Heynric Cremers 1), Jan der Smet 2) en des heeren strate op de andere zijden, tot behoef van Mathijs en Jan Vanden Putte, broers, voor 30 rinsgulden eens boven alle lasten die eraan uitgaan. Mathijs en Jan zijn ertoe gekomen met recht.

 

1519, 24 maart. Folio 209v

Heyloff Ruttens met haar geleverde momber Loywich Ruttens heeft haar tocht opgedragen van een stukje erf gelegen te Corsel 'int Langhe Stuck', grenzend Jan Ruttens op beide zijden, tot behoef van haar vier kinderen Vincent, Truyke, Lijske en Lynke. Vincent, Heyn Hoydonxs als momber van zijn huisvrouw Truyke, Lijske en Lijnke voorschreven zijn hiermee tot tocht en erfdom gekomen met recht.

Dadelijk daarna heeft Vincent dit goed opgedragen tot behoef van Jan Ruttens, hun oom, voor 10 rinsgulden eens. Jan is ertoe gekomen met recht. Truyke met haar wettige momber Heyn Hoeydonxs en Lijske en Lijnke met hun geleverde momber Loywich Ruttens hebben afstand gedaan van het goed met recht.

 

1519, 07 april. Folio 212

Jan Cremers met zijn huisvrouw Magriet Ghijsens heeft een stukje erf opgedragen gelegen te Corsel, geheten 'den Roechter', grenzend Heynric Moens O, 'die Alde Grone' W, tot behoef van Peeter Leysen voor 29 rinsgulden eens Brabants gevalueerd geld boven alle uitgaande lasten. Peeter is ertoe gekomen met recht.

Hierna kwam Jan Bennemans binnen het jaar en hij heeft de naderschap geboden van het goed voorschreven en Peeter Leysen bekende hem de naderschap. Hierop is Jan Bennemans als naderman tot het goed gekomen met recht.

 

1519, 05 mei. Jaergedinghe nae Beloken Paschen. Folio 214

Jan Convents van Corsel heeft 1 rinsgulden jaarlijks opgedragen en 1 mud rogge jaarlijks op en aan een stuk erf gelegen te Corsel te Genen Stalle, groot 14 'haster', grenzend Reyner Convents 1), Heynric Convents 2), tot behoef van Jannes Claes, zoon van Bartholomeus Claes, voor 18 rinsgulden eens voor de rinsgulden en voor het mud rogge 20 rinsgulden eens, Brabants geld. Te kwijten met gelijk geld. Heynric Moens van Corsel kwam in de naam van Jannes ter gichte met recht. Jan of zijn nakomelingen moeten dit in Diest leveren op zijn kost.

Op 1 juli 1540 heeft Jannes Claes de panden gekweten en hij heeft verklaard dat hij betaald werd door Jan Cornelis, houder van het pand. Herman Claes en Jan Claes der jonge van de huisvrouw Mari Cleys hebben meegekweten en ze spreken tevens voor hun andere zusters en broers voor het geval dat Jan Cornelis zou problemen krijgen omtrent deze kwijting. Jan Claes heeft zelf beloofd dat indien Goniele D...(?) hinder zou bezorgen aan Jan en niet zou 'gelooft' worden door Jan en Herman, dat hij dat altijd zal goed doen.

 

1519, 05 mei. Jaergedinghe nae Beloken Paschen. Folio 215v

Een uitspraak aangaande Jan Van Tsaersel van Peer ende Heynric Jueten van Corsel.

Jan heeft verzocht voor zijn loon dat men zou willen registreren de uitspraak die er vroeger gedaan is door Peeter Neven en Lenaert van Gelmen over een proces dat er door Jan aangespannen was tegen Heynric Juten. Er was een hoeftvaert van geweest en uiteindelijk werd het proces neergelegd en verbonden de partijen zich op de volgende twee manieren. Uitspraak op 16 oktober 1511. Er is een minnelijke uitspraak gedaan door Peeter Neven en Lenaert van Gelmen als 'aerbitroers' en minnelijke 'peysmeekers' tussen Jan van Tsaersel van Peer aanlegger 1) en Heynric Jueten verweerder 2) van het proces dat bedingd is voor meier en schepenen van Lummen buiten ten Loeyenschen recht en zoals het verder beroepen is geweest voor hun wettig hoofd. De partijen zijn verschenen en hebben zich verbonden en 'hergeven' voor meier en schepenen voorschreven op 'eenen paduyn' van 1 rosennobel dat ze zich zullen houden aan de uitspraak van Peeter Neven en Lenaert van Gelmen. De uitspraak: Heynric Jueten moet aan Jan jaarlijks 1 rinsgulden betalen en van de vier jaren die verlopen zijn moet Heynric een jaar betalen tussen dit en Kerstmis. Heynric zal 'die boot metten scrijffcost' (de boete en schrijfkosten) betalen. Al de andere kosten die er gerezen zijn, zullen half en half gaan behalve 'den eet' die Jan van TSaersel 'gesostenteert' (geconsenteert?) heeft, die heeft Jan voorschreven gedaan sterk genoeg zodat het onvergolden schuld is. 'Ende is gekeert in hoeijen van schepenen'.

 

1519, 19 mei. Folio 216

Jan Pouls met zijn huisvrouw Marie Reyners heeft een half boender broek opgedragen gelegen te Coersel in Oversel, palend 'den Cromphalts Beempt' 1) en Jan Scuylens 2), tot behoef van Jan Keeskens voor 50 hornsgulden eens. Jan Keeskens is ertoe gekomen met recht.

 

1519, 19 mei. Folio 216v

Marie Reyners van Mechelen bij Peepinghe huisvrouw van Jan Pouls heeft ingestemd met de gichte die haar man Jan Pouls eerder gedaan heeft aan Jen Muters van Hechtelt van een half boender broek gelegen bij 'den Hogen Boss' geheten 'dat Colenmeyken'.

 

1519, 19 mei. Folio 217

Peeter Thielens heeft 6 halster rogge jaarlijks opgedragen aan 2,5 zillen broek gelegen in Oversel geheten 'dat Neu Beemde', gelegen achter 'die Wolfs Berch', palend Jan Hillen op twee zijden en de beek 3), Heynric Goeyens 4). Tot behoef van Hendrick Goeyens voor 16 rinsgulden Brabants. Te kwijten met gelijke som en munten. Heynrick is ertoe gekomen met recht.

Hierna kwam Heynric voorschreven met zijn geleverde momber Reyner van Malborch en hij heeft de voorschreven panden gekweten van de 6 halster rogge.

 

1519, 09 juni. Folio 218

Marie Vanden Bogaerde alias Cremers met haar geleverde momber Jan der Smet heeft haar gedeelte opgedragen, namelijk het vierdedeel, van een zille broek gelegen onder Corsel te Haexelaer in het gemeyn broek, palend het goed 'vander Motten' op 2 zijden, tot behoef van Adriaen Cremers voor 1 rinsgulden eens boven alle lasten. Adriaen is ertoe gekomen met recht.

 

1519, 14 juli. Folio 220

Jan Heynrix van Genenboss heeft een huis en een stukje land en moeshof daarbij gelegen te 'Vinnerboss' opgedragen, palend Peeter Jacop 1), Henneke Tummermans 2), dezelfde Jan 3) en Aert der mulder van Corsel 4), tot behoef van Wilbort de Bruyn voor 16 rinsgulden eens. Er staat geen enkele last aan behalve de grondcijns. Wilbort is ertoe gekomen met recht. Jan heeft aan Wilbord nog toegezegd om het mud rogge af te betalen dat Loyken der Sleger aan het voorschreven erf jaarlijks geldt.

 

1519, 14 juli. Folio 220

Peeter Vanden Bogarde van Beringen heeft zijn gedeelte, het derdedeel, opgedragen van een zille beemd gelegen te 'Langen Eyken' in het gemein broek. Het grenst 'tgoet vander Boeck' 1), 'Heyn Wijnen Beempt' 2), tot behoef van Adriaen Cremers voor 1 rinsgulden eens. Adriaen is ertoe gekomen met recht.

 

1519, 20 oktober. Folio 223

Heynric die Pijper heeft zijn kindsgedeelte opgedragen dat hem verstorven is na de dood van vader en moeder, namelijk twee stukken land gelegen onder Corsel. Het ene ligt achter Vranck Vanden Hove en grenst de straat 1) en het andere is gelegen bij 'den Hulser Ghijsen Benemans Boss'. Opgedragen tot behoef van zijn broeder Jan Pijpers voor 26 rinsgulden Brabants eens. Jan is ertoe gekomen met recht.

 

1519, 20 oktober. Folio 223

Jan Pijpers heeft de goederen die hij hiervoor ontvangen heeft van zijn broer Heynric Pijper weer opgedragen tot behoef Tonis Claes voor 32 rinsgulden eens Brabants geld. Tonis is ertoe gekomen met recht.

In 1520 op 18 oktober hierna kwam Jan Pijpers als naderman en hij heeft Tonis het ene goed 'afbescudt' hiervoor beschreven, namelijk dat achter Vranck Vanden Hove gelegen en grenzend aan de straat. Tonis heeft er afstand van gedaan met recht en Jacop werd er als naderman in gegicht met recht.

 

1519, 10 november. Folio 225

Adriaen Leysens heeft huis en hof opgedragen zoals het aan elkaar gelegen is in Corsel te Castel, grenzend des heeren straet 1), Jan Reyners 2), Peeter Schepers 3), tot behoef van Adriaen Hueveners voor 41 rinsgulden Brabants geld eens boven alle uitgaande lasten. Adriaen Leyssens zal nog tot een jaar na deze datum zijn bedrijf hebben in het voorschreven goed alsof het van hem was. Adriaen Hueveners is ertoe gekomen met recht. De verkoper moet het goed tot volgend jaar van alle lasten 'loss maken'.

 

1519, 10 november. Folio 225

De rentmeester, in de naam van onze joffrouw, heeft een venneke 'beleyt' gelegen onder Corsel 'lieden' (t'inden?) 'den Hogen Boss' bij Sinte Katherijne Berch. Het staat op het cijnsboek voor Tonis Hoefmans en die blijft in gebreke tot het betalen van de grondcijns. De rentmeester is tot hout en resse gekomen en is erin gegicht en gegoed met recht in de naam van de joffrouw. 'Ende den partijen is oick voerts gewalt geslagen ende gecundich etc'.

 

1519, 15 december. Folio 227v

Ghijsbrecht Vaes van Corsel heeft 10 stuivers jaarlijks van 2 rinsgulden jaarlijks opgedragen die hij gelden heeft aan panden van zijn broer Jan tot behoef van Nielis Vaes voor 10 rinsgulden eens. Nyelis is ertoe gekomen met recht.

 

1520, 12 januari. Jaergedinghe naer derthien daghe. Folio 233

Jan Convents heeft voor hem en voor zijn megeringen Heynric, Jan Vaes als momber van zijn huisvrouw Marie en Aert Convents de goederen ontvangen die hen na de dood van vader en moeder zijn verstorven.

 

1520, 12 januari. Jaergedinghe naer derthien daghe. Folio 233

Aert Morkens van Corsel heeft opgedragen zijn huis en hof gelegen te Linchout aan 'den Goer', grenzend de H. Geest 1), de gemeyne aert 2) en 3) de Brabantse hofstad. Opgedragen tot behoef van Vaes Bijmans voor een ander goed dat in de Brabantse hof hooft. Vaes Hoefmans(!) is ertoe gekomen met recht.

 

Folio 233v Los

Memorie vanden goedinghe

Peeter Cremers alias Joerdens van Coersel zal bekennen wettelijk verkocht te hebben aan Peeter Jans wonend te Diest 6 halster rogge erfpacht 'cuysbaer paeyabel goet' Diester mate, leverbaar in Diest in Peters woonhuis, kosteloos en schadeloos, 'scat vrij ende bede vrij'. Die zal men 'gueden' aan Sophia Vander Gaelen wettige huisvrouw van Peter Jans, tot behoef van Peter Jans en zijn nakomelingen. Peter Cremers zal deze last altijd mogen kwijten op de dag van guedinghe met volle pacht en met 15 rinsgulden 'loepeder paeij' zoals nu goed en gangbaar is. De hornsgulden wordt nu gerekend aan 12 stuivers, de angelot aan 3 rinsgulden en 'onghers ducaet' 2 rinsgulden. Het pand zal men ook stellen met zijn regenoten zoals die gelegen zijn.

Deze gichte vinden we op pagina 234r.

 

1520, 26 januari. Folio 234

Zie hierboven. Peeter Cremers van Corsel heeft 6 halster rogge jaarlijks opgedragen aan twee stukken beemd gelegen te Corsel bij elkaar. Palend de H. Geest van Corsel O, Heynric Tielmans W. Tot behoef van Peeter Jans wonend te Diest, kosteloos en schadeloos in zijn huis te Diest te leveren, voor 15 rinsgulden Brabants gevalueerd geld zoals het nu gangbaar is. De hornsgulden wordt nu gerekend aan 12 stuivers, de ingelot aan 3 rinsgulden en 1 hongers ducaet voor 2 rinsgulden. Steeds te kwijten met gelijke penningen. Sophia Vander Gaelen kwam in de naam van haar wettige man Peeter Jans ter gichte in de 6 halster rogge jaarlijks. Peeter Cremers staat met al zijn andere goederen garant.

 

1520, 15 maart. Folio 237

De rentmeester, in de naam van onze joffrouw Magriet Van Ronckel, heeft een 'hostat' uitgegeven te Corsel, groot omtrent twee(?) zillen en gelegen te Genen Stalle aan Jaspaer Van Postel. Het is gelegen bij een wijer toebehorend aan het gasthuis van Averbuer. Jaarlijks moeten er 2 penningen grondcijns voor betaald worden op maandag na Sinte Remeys dach en het werd hem gepaald, gegicht en gegoed met recht. Jaspar heeft beloofd het te betimmeren.

 

1520, 15 maart. Folio 237

De rentmeester, in de naam van onze joffrouw voorschreven, heeft uitgegeven een 'hostat' van omtrent 3 of 4 roeijen te Genen Stalle te Corsel aan Arnout Wijnen voor 1 penninck grondcijns per jaar. De hofstad grenst des heeren strate op twee zijden en Heynric Convents 3). Arnout werd erin gegicht en gegoed met het gerecht.

 

1520, 15 maart. Folio 238

Joes Vanden Briele oft Teewis heeft een stukje broek opgedragen, gelegen te Corsel in Oversel, groot omtrent 3 roeyen, grenzend Henric Witters 1), Bastiaen Witters 2). Tot behoef van Jan Witters voor 2 rinsgulden en 15 stuivers eens. Thijske Ermen kwam in de naam van Jan Witters ter gichte met recht.

 

1520, 19 april. Jaergedinghe nae Beloken Paschen. Folio 239v

Jan Convints, zijn broers Arnout en Heynric, Jan Vanden Putte met zijn huisvrouw Marie Convints hebben afstand gedaan van hun rechten op elkaars deel van hun deling.

Het huis met 4 vaten land is gevallen aan Heynric. Jan kreeg voor zijn deel 4 vaten land met een eusel en Aerd de heythove met 2 dachmael broek en de halve dries grenzend 'den Berinx Beempt'. Aan Jan Vanden Putte is voor zijn deel gevallen een dries aan de molen gelegen, grenzend het molengoed, en nog een beemd van 2 daechmael palend Aert Convints W, het molengoed O. Aan het molengoed staan jaarlijks lasten te betalen: 2 peeters 'oft soe vele alst is' aan Aert Wijnen, die deze 4 kinderen samen moeten betalen.

 

1520, 05 mei. Folio 240v

Aert Wijnen heeft een hostat met een moeshove opgedragen gelegen onder Corsel te Haexelaer, palend des heeren strate op 2 zijden, tot behoef van zijn zoon Jan Wijnen voor 2 rinsgulden eens. Zoon Jan is ertoe gekomen met recht.

 

1520, 05 mei. Folio 243

Tiewis van Luydick met zijn huisvrouw Magriet Moens heeft een stuk erf opgedragen gelegen te Corsel, gedeeltelijk bos en gedeltelijk eute, grenzend 'die Mael Beeck' 1), Tielens Oems van Hechtelt 2), tot behoef van Aert Moens, zijn zwager, voor 25 rinsgulden eens Brabants geld. Aert is ertoe gekomen met recht.

 

1520, 28 juli. Folio 249v

Lieben Steewechs, als gemachtigde van Jan Scamperts, heeft het beleytenisse genomen van de goederen van Heynric Jueten gelegen te Corsel: den aenseel en de beempt daar achter gelegen zover als het onder onze jonker hooft. Hem werd hout en ress geleverd en hij werd erin gegicht en gegoed zoals dat volgens het recht hoort. Het vonnis was gegeven door de schepenen in 1519 op 14 juni. Zie daarvoor het vonnisboek. Verder heeft Lieben aan Heynric 'doen gewalt slaen' van het beleytenisse en aan Heynric werd gekondigd dat hij het goed moet ruimen op een boete van 7 stuivers.

 

1520, 23 augustus. Folio 250

Mathijs en Jan Vanden Putte, broers, van Corsel hebben 4 rinsgulden jaarlijks Brabants geld opgedragen aan een beemd gelegen te Corsel, geheten 'den Grammarts Beempt', palend 'die Eeghde' O toebehorend aan Peeter Kenens en Jan Moens, 'het Mommen Bemke' W toebehorend aan Jan Cnaep, tot behoef van het klooster en convent van de zusters van Peer voor 72 rinsgulden Brabants geld eens. De philipsgulden wordt gerekend aan 25 stuivers Brabants, 1 gouden gulden voor 28 stuivers. Jaarlijkse valdag op Sinte Bartholomeeus avond. Te kwijten met gelijke penningen en met volle pacht van 4 gulden. Jan Liebens kwam in naam van het klooster voorschreven ter gichte met recht en de partijen hebben ingestemd met een brief voor het klooster.

 

1520, 06 september. Folio 251

Peeter Cremers alias Jordens heeft 3 rinsgulden jaarlijks opgedragen aan twee beemden bij elkaar gelegen te Corsel. 'Den Langen Hout Beempt' grenst de H. Geest van Corsel O, Heynric Tielmans W, Jan Reyners 3), 'den Esschelen Boss' 4), tot behoef van het klooster en convent van de zusters van Peer voor 54 rinsgulden eens Brabants gevalueerd geld. Te kwijten met hetzelfde geld. Valdag Sinte Ghielis dach. Jan Liebens kwam in de naam van het klooster voorschreven ter gichte. Indien Peeter of zijn nakomelingen willen kwijten, moeten ze dat doen met het kapitaal en met volledige jaarrente van 3 rinsgulden. Er werd een brief opgesteld voor het klooster.

 

1520, 22 november. Folio 254v

Heynric Tijs van Hechtelt heeft het vierendeel opgedragen van een beemd gelegen te Corsel in Oversel bij den Molenslach, grenzend Claeske Gielis O, 'des heeren win die noen sonne', tot behoef van Heer Geeret ZSwinnen 'canonix Sinte Bartholomeus tot Luydich' voor 20 rinsgulden en 16 stuivers eens. Geeret Aenden Wijer kwam in de naam van heer Geert voorschreven ertoe met recht.

 

1520, 22 november. Folio 254v

Jan Keeskens van Hechtelt heeft een halve boender broek opgedragen gelegen te Corsel in Oversel, geheten 'den Quintens Bampt', palend Jan Stuylens 1) en Aert Witters aan de andere zijden, tot behoef van Heynric Keeskens, zijn zoon. Heynric is ertoe gekomen met recht.

 

1520, 22 november. Folio 254v

Heynric Tijs van Hechtelt heeft het vierendeel opgedragen van een beemd gelegen te Corsel in Oversel bij den Molenslach, grenzend Claeske Gielis O, 'des heeren win die noen sonne', tot behoef van Heer Geeret ZSwinnen 'canonix Sinte Bartholomeus tot Luydich' voor 20 rinsgulden en 16 stuivers eens. Geeret Aenden Wijer kwam in de naam van heer Geert voorschreven ertoe met recht.

 

1520, 22 november. Folio 254v

Jan Keeskens van Hechtelt heeft een halve boender broek opgedragen gelegen te Corsel in Oversel, geheten 'den Quintens Bampt', palend Jan Stuylens 1) en Aert Witters aan de andere zijden, tot behoef van Heynric Keeskens, zijn zoon. Heynric is ertoe gekomen met recht.

 

1521, 10 januari. Jaergedinghe nae derthiendage. Folio 257

Jan der Smet van Corsel als momber van zijn huisvrouw Magriet heeft de goederen ontvangen die zijn huisvrouw Magriet verstorven zijn na de dood van haar nicht Meerie.

 

1521, 10 januari. Jaergedinghe nae derthiendage. Folio 257v

Arnout, Adriaen, Jan en Jan Morkens met zijn huisvrouw Heylwich Stas, allen kinderen van wijlen Jan Stas van Genen Boss, hebben afstand gedaan van hun rechten op elkaars deel van hun deling. Arnout kreeg voor zijn deel de goederen en erfelijkheid, zowel leen- als cijnsgoederen, gelegen onder Beringen, met 6 halster rogge gelegen te Hamme aan een pand van Poul Ryskens en 7 stuivers staande aan Snoex' pande te Corsel, 5 stuivers staande aan pand van de kinderen van Lenart van Molle.

Adriaen en zjn broer Jan zijn samen al de goederen gevallen gelegen te Ghenenboss: huis en hof 'over naet ende droge' daar omtrent gelegen met een eute gelegen beneden 'den Vonder Wech'.

Jan Morkens kreeg voor het deel van zijn huisvrouw Heylwich een mudde rogge staande te Huesden aan Jan Fielemans panden, drie haster rogge staande aan pand van Heynric Snoex te Corsel en hij zal van zijn zwager Adriaen 22,5 rinsgulden eens trekken voor 9 halster rogge jaarlijks die hem daarvoor aangedeeld waren. Jan Morkens en zijn vrouw Heylwich hebben dadelijk verklaard dat ze betaald werden door Adriaen en ze hebben hem gekweten.

 

1521, 10 januari. Jaergedinghe nae derthiendage. Folio 258

De kinderen van Lijsbeth ZSwinnen van Corsel, namelijk Geret, Yde en Marie, hebben de goederen die hen verstorven zijn na de dood van vader en moeder ontvangen.

Dadelijk daarna heeft Marie voorschreven met haar geleverde momber Jan Smeets haar voorschreven versterf opgedragen tot behoef van haar broer Geret voor 4 rinsgulden eens. Geret is in haar gedeelte gekomen met recht.

 

1521, 24 januari. Folio 259

Geret ZSwillen heeft zijn gedeelte opgedragen van een bloeck gelegen te Corsel, geheten 'die Perre', grenzend Jan Aerts 1), des heeren strate 2). Draagt tevens zijn gedeelte op van een bloeck gelegen te Haexelaer, namelijk de helft. Deze paalt des heeren strate O, het goed 'ter Boeckt' W. Opgedragen tot behoef van Reyner Smeets zoon van Jan Smeets voor 20 rinsgulden eens boven alle lasten. Reyner is ter gichte gekomen met recht.

 

1521, 21 maart. Folio 263v

De broers Jan, Aert en Reynke Smeets, Aert Poirters met zijn huisvrouw Christine Smeets en Lambrecht Lemmens met zijn huisvrouw Magriet Smeets hebben een stuk erf opgedragen gelegen te Corsel, geheten 'die Hommerlaeck', palend des heeren strate 1), Peeter Kenens 2), Heynric Moens 3), Custers kinderen 4), tot behoef van Arnout Reyners voor 100 rinsgulden Brabants geld eens. Arnout Reyners is ertoe gekomen met recht.

 

1521, 25 april. Folio 267

Magriet Smeets van Corsel met haar geleverde momber Heynric Goeyens heeft haar tocht opgedragen van een beemd geheten 'die Goer Delle' gelegen te Corsel, palend Jan Smeets 1), Reyner Swoechs op twee zijden en des heeren strate 4), tot behoef van haar dochter Elke. Elke werd in tocht en erve gegicht met recht.

Nu tocht en erve samen zijn, heeft Elke met haar geleverde momber meester Jan Liebens een mud rogge jaarlijks en 1 rinsgulden jaarlijks opgedragen aan de voorschreven beemd tot behoef van haar nicht Christine, de natuurlijke dochter van Jan Hoefmans. Het mud rogge en de rinsgulden jaarlijks staan te kwijten met 40 rinsgulden Brabants geld volgens hun voorwaarden hierna. Jan Hoefmans kwam in de naam van zijn dochter ter gichte met recht. Voorwaarde is dat Elke, of de haren, elk jaar dit mud rogge mogen betalen met 25 stuivers Brabants of met 1 philipsgulden, en daarin heeft ze de keuze. Mocht Christien sterven zonder dat ze enige wettige geboorte achterlaat, dan zal het mud rogge Jan Hoefmans volgen of zijn erfgenamen "want hijt haerder moeder beweesen hadde voer haren maechdom'. De rinsgulden zal weer keren naar Elke of haar naaste erfgenamen.

 

1521, 25 april. Folio 268

Reyner Swoechs van Corsel heeft 2 rinsgulden jaarlijks opgedragen aan een beempt geheten 'dat Hoeyken Broeck', groot omtrent 3 dachmael, palend Cloestermans kinderen 1), Tijs Joris 2), 'den Grammarts Beempt' 3), tot behoef van het klooster en convent van het zustersklooster van Peer voor 36 rinsgulden Brabants gevalueerd geld (een philipsgulden voor 25 stuivers, een gouden gulden voor 28 stuivers en een voerijser voor 9 placken en al het ander Brabants geld in verhouding.) Te kwijten en te lossen met gelijke penningen. Meester Jan Liebens kwam in de naam van het voorschreven convent ertoe met recht. Reyner staat met al zijn andere goederen garant indien het pand niet sterk genoeg zou zijn. Reyner heeft aan het klooster een brief toegestaan.

 

1521, 25 april. Folio 268v

Claes Verkynen met zijn huisvrouw Anna Duncops heeft een stuk land opgedragen, gelegen te Corsel, geheten 'dat Roeyken', palend Heynric Roesboems O, op de zonzijde Marie Beckers kinderen, des heeren strate 3). Opgedragen tot behoef van Heynric Convents voor 75 rinsgulden Brabants eens boven andere lasten die ervan uitgaan. Belast met 4 denier grondcijns. Heynric Convents werd erin gegicht met recht volgens de inhoud van hun voorwaarden. Een voorwaarde is dat er anderhalf mudde rogge jaarlijks staat op dit pand op zuster Lijske Mertens lijf, die in Diest in het Sinte Marien Daels klooster woont. Als deze zuster zal gestorven zijn, dan zullen Claes en zijn huisvrouw voorschreven dit anderhalf mud jaarlijks trekken tot de tijd dat Heynric Convents of de zijnen daarvoor 30 rinsgulden eens zullen voor gegeven hebben, in de voorschreven munten.

Hierna is op 3 april 1522 Jaspaer Hillen gekomen als momber van zijn huisvrouw Marie Nyelens en hij heeft de naderschap geboden van het voorschreven goed en Heynric Convents heeft hem de naderschap toegestaan en heeft er afstand van gedaan met recht. Jaspar voorschreven is ertoe gekomen met recht als naderman.

 

1521, 06 juni. Folio 271v

Merten Van Brandenborch heeft de twee rinsgulden opgedragen die hem verstorven zijn na de dood van zijn broer Jannes. Jan had deze gelden aan 'die personagie van Corsel' volgens de inhoud van de brief die daarvan is. Opgedragen tot behoef van het klooster en het nieuwe convent van Sinte Augustijns orde buiten de muren van Luydick gelegen en waarvan Sinte Anna 'matroon' is. De broeders van dit convent zullen jaarlijks een dertigste ervoor doen voor de ziel van Jannes Van Brandenborch voorschreven. Mr. Jan Liebens kwam in de naam van het convent voorschreven in de gicht van de 2 rinsgulden en ze hebben elkaar een brief ervan toegestaan. (er staat nergens dat het om 2 rinsgulden jaarlijks gaat)

 

1521, 06 juli. Folio 276

Gielis Wouters heeft voor Meewis, zoon van Jan Tielens van Corsel, de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van vader en moeder.

 

1521, 05 september. Folio 278

Jan Postelmans wonend in Schalbroeck met zijn huisvrouw Alet Vanden Berghe heeft 2,5 rinsgulden jaarlijks Brabants geld opgedragen op en aan al zijn Loonse goederen: huis en hof gelegen te Schalbroeck grenzend des heeren strate op 2 zijden, Wouter Woutens 3); een stuk land van een vat groot palend des heeren strate 1), Genneke Frelens 2); een beemd gelegen in 'die Cleynen Eertwechstrate' grenzend Jacop Vanden Bogaerde 1), Lemmens Niesen 2); tevens al de Loonse goederen van zijn huisvrouw die haar verstorven zijn na de dood van haar vader en moeder. Hij draagt deze goederen op als pand tot behoef van Jenne Vander Horst, waard 'In die lielie' in Diest, voor 40 rinsgulden Brabants geld eens. Te kwijten in de volgende munten: 1 philipsgulden voor 25 stuivers Brabants, 1 gouden gulden voor 28 stuivers en al het ander goed Brabants geld 'nae advenant'. Jenne werd in de jaargulden gegicht met recht volgens de inhoud van hun voorwaarden. Voorwaarde is dat Jan de 2,5 rinsgulden jaarlijks zal betalen los en vrij in het huis van Jenne in Diest op Sinte Laureys daghe. Jan Postelmans heeft als borg nog Lemmen Vanden Berghe gesteld, zijn zwager, die naast Jan zal instaan op zijn lijf en Loonse goederen dat Jenne daaraan het geld kan halen indien nodig.

Op 07 maart 1538 kwamen Jenne Vander Horst en Eelke Vanderhorst, zijn dochter met haar verleende momber Peter Neven die jonge, en ze hebben bekend dat ze de hoetpenningen van deze bovengeschreven rente ontvangen hebben en het pand en Peter Van Hamele hebben gekweten. Tevens werd de verlopen rente betaald.

Op 16 mei 1538 kwamen de laten van Coersel en ze hebben bekend dat voor hen gekomen is Jenne Vanden Hoerst en ze hebben Peter Van Hamel daar tot borg gezet 6 rijnsgulden jaarlijks staande aan Jan Vogelers voor het geval dat hen hinder overkwam van de kwijtschelding voorschreven, zodat ze daaraan verhaal mogen nemen op zijn goederen onder de Laetenhoeff gelegen zoals men daar vinden zal.

 

1521, 05 september. Folio 279

Jan Van ZSeer heeft een half boender broek opgedragen gelegen te Corsel, grenzend Heyn van Loe 1), Peeter Vanden Eertweghe 2), tot behoef van Heylke zijn zuster voor 32 rinsgulden Brabants geld. Heylke is ertoe gekomen met recht.

 

1521, 03 oktober. Jaergedinghe nae Sinte Remeysmisse. Folio 281v

Tielman Lenaerts met zijn huisvrouw Yken Jueten (Iveten?) heeft een boender beemps opgedragen gelegen onder Corsel in Oversel, grenzend 'die Scheybeemde' W, Heylke Cantsmeets O, tot behoef van Heynric Svroeyen en Magriet Oeyen de huisvrouw van Peeter Witters voor een ander erve gelegen onder Beverloe. Heynric Scroeyen werd voor hem en Jan Rutten in de naam van Magriet Oeyen in de beemd gegicht met recht.

Hierna kwam Peeter Witters, de huisheer van Magriet voorschreven, en hij heeft nog 15,5 rinsgulden Brabants opgelegd omdat dit goed beter was dan het ander.

 

1521, 17 oktober. Folio 282v

Aert Keenens van Peer heeft voor hem de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van Heynric Taps en zijn huisvrouw Christine.

 

1521, 17 oktober. Folio 282v

Heynric Goeyens van Corsel heeft in de naam van Jan ZSentens als momber van zijn huisvrouw Alet en in de naam van Heynric Wijnens als momber van zijn huisvrouw Brije de goederen ontvangen de hen verstorven zijn na de dood van hun broer Heynric Taps.

 

1521, 14 november. Folio 284v

Merten Op Strate van Corsel heeft verklaard dat hij betaald is van het mudde rogge jaarlijks dat hij gelden had aan panden van Aert Van Postelt. Hij heeft de hoetpenningen daarvan ontvangen en de panden gekweten. Het is ook gedood bij de gichte op 25 juni 1505.

 

1521, 28 november. Folio 285v

Loywich Thoers met zijn huisvrouw Katerijne Kints heeft een half mud rogge jaarlijks opgedragen aan al zijn Loonse goederen gelegen in Corsel tot behoef van Jan Ruttens voor 10 rinsgulden eens, munten van heer Erardus Vander Marck. Steeds te kwijten met gelijke penningen. Jan is ertoe gekomen met recht.

 

1521, 28 november. Folio 286

Heer Leenaert Leen met zijn geleverde momber Jan Vlieminxs heeft het mudde rogge jaarlijks opgedragen dat hij vroeger verkregen heeft van Merten Int Clooster van Corsel voor 20 rinsgulden Brabants geld eens. Willem Vander Warden werd erin gegicht met recht. Heer Lenaert met zijn voorschreven momber heeft bekend deze pacht te heffen mits die gevallen is. Heer Lenaerts is tot dit mudde rogge gekomen zoals men zal vinden op 16 oktober 1516.

 

1521, 12 december. Folio 286v

Kyn Lemmens met haar geleverde momber Joris van Coosen heeft haar gedeelte opgedragen van een huis met een hoefke gelegen te Corsel, grenzend Jan Hillen 1), Heynric Hoefmans 2), Meewis Tielens 3), tot behoef van Heynric Hoefmans. Voorwaarde is dat Kyn haar leven lang haar wonen zal hebben in het huisje. Heynric is ertoe gekomen met recht.

 

1521, 12 december. Folio 286v

Jan Hillen der Jonge, zoon van Adriaen Hillen, heeft zijn tocht opgedragen van een stuk erf gelegen aan 'den Esscheleren Boss', grenzend dit bos O, tot behoef van Adriaen Stevens, Nijs Stevens, Peeter Steevens en Marie Stevens wijlen Aert Stevens huisvrouw. Voor 29 rinsgulden 'lopende paeijen'. Daarmee zijn Adriaen, Nijs, Peeter en Marie Stevens tot tocht en erve gekomen met recht, zoals hen verschenen was vanwege Marie Stevens wijlen Jan Wouters huisvrouw.

 

1521, 12 december. Folio 287

Nijs Stevens heeft zijn gedeelte van het voorschreven goed opgedragen tot behoef van zijn broer Peeter Stevens voor een ander goed dat hierna volgt. Peeter is ertoe gekomen met recht.

 

1521, 12 december. Folio 287

Dadelijk daarna heeft Peeter Stevens voorschreven een stuk erf opgedragen te Genen Stall bij erf van Aert Stevens 1), Convents hoeve 2), tot behoef van zijn broer Nijs Stevens volgens de inhoud van hun ruil. Nijs is ertoe gekomen met recht.

 

1521, 12 december. Folio 287v

Peeter Yden van Hechtelt heeft zijn tocht opgedragen van een beemd gelegen onder Corsel 'beneden den Hoogen Boss', grenzend Marie Beckers 1), Sebastiaen Witters 2), tot behoef van zijn dochter Lijse. Daarmee is Lijse tot tocht en erfelijkheid gekomen met recht.

Dadelijk hierna heeft Lijss voorschreven met haar momber Lemmen Soers haar gedeelte opgedragen van de voorschreven beemd tot behoef van Geeret Yden, haar broer, voor 20 rinsgulden lopende 'paeijen'. Geret is ertoe gekomen met recht. Daarop heeft Geret aan zijn vader Peter de tocht weer bekend.

 

1522, 09 januari. Jaergedinge nae derthiendaghe. Folio 288v

Steven Pelsers van Hechtelt heeft voor hem, als momber van zijn huisvrouw Lijsbet, en voor Henne Wouters, Heygroe(?), Goeyen, Janne, Marie ZSwinnen de goederen ontvangen die hen na de dood van vader en moeder zijn verstorven.

 

1522, 09 januari. Jaergedinge nae derthiendaghe. Folio 288v

Heynric Van Heese met zijn huisvrouw Geertruyt Lemmens heeft een stuk land opgedragen gelegen in Linchout, grenzend Tiewis Custers 1), Lemmen Laerboss 2), Peeter Bernarts 3), tot behoef van Goris Jonckeren van Peer voor 25 rinsgulden en een halve en 7,5 stuivers eens Brabants geld. Goris is ertoe gekomen met recht.

 

1522, 09 januari. Jaergedinge nae derthiendaghe. Folio 289

Goyvaert Paelmans met zijn huisvrouw Katerijne Reyners heeft een stuk broek opgedragen van omtrent 2 dachmael groot, gelegen te Corsel aan 'die Breedonck', grenzend Yke Schoenmeekers 1), Heyn Jueten 2), Heylke Reyners 3), tot behoef van Heynric Hoefmans voor 56 rinsgulden Brabants geld boven alle lasten die eraan uitgaan. Heynric is ertoe gekomen met recht volgens hun voorwaarden. Voorwaarde is dat Heynric dadelijk 36 rinsgulden ervan moet betalen en voor de andere 20 rinsgulden moet Heynric 1 rinsgulden jaarlijks blijven gelden. Die moet hij afleggen met 20 dergelijke rinsgulden binnen een jaar.

Hierna kwam Goyvaert voorschreven en hij heeft bekend dat hij de 20 rinsgulden voorschreven ontvangen heeft die nog waren blijven staan en hij heeft op 1 maart 1526 het pand gekweten.

 

1522, 09 januari. Jaergedinge nae derthiendaghe. Folio 289

Aert Keenens van Peer heeft huis en hof opgedragen gelegen te Corsel dat hem verstorven is vanwege Heyn Snoexs, grenzend Reyner Scriexs 1), Huybrecht ZSentens kinderen 2). Tevens draagt hij een stuk erf op geheten 'dat Loelen', palend Jan Dillen op 3 zijden, tot behoef van Jan ZSentens voor 22 rinsgulden 'lopende paeijen'. Jan is ertoe gekomen met recht.

 

1522, 09 januari. Jaergedinge nae derthiendaghe. Folio 290

Jan Gaeyermans van Corsel heeft opgedragen 1,5 mud rogge jaarlijks op en aan al zijn Loonse goederen. Dit zijn een stuk land gelegen aan zijn huis, grenzend de kinderen Sander Vaes 1), wijer van de persoon van Corsel 2), des heeren strate of de gemeijn heijde 3), tot behoef van Heynric Goeyens voor 36 rinsgulden Brabants geld (de philipsgulden voor 25 stuivers, een gouden gulden voor 28 stuivers). Steeds te kwijten met gelijke penningen. Heynric werd erin gegicht met recht. Deze rogge zal altijd vallen op Sinte Andriesdag.

Op 15 juni 1542 kwam Jan Gheerts van Corsel en hij heeft bekend dat hij de hoetpenningen ontvangen heeft van Daem Wintmolders en tevens de rente. Hij kwijt de panden en hij belooft dat hij ervoor instaat dat Damen of zijn kinderen geen hinder zullen ondervinden vanwege zijn zusters of broers. Indien dat het geval zou zijn, mag Daem dit verhalen op al de Loonse goederen van Jan en op 'beleytenis der selvere'.

 

1522, 23 januari. Folio 291

Arnout Swarts heeft het mudde rogge jaarlijks opgedragen dat hij verkregen had van heer Tielman Smeets, priester, die zijn panden daarvoor gesteld heeft. Opgedragen tot behoef van Anna Van Schaffen, dochter van Laureys van Schaffen, voor een ander mudde rogge jaarlijks dat stond aan Reyner Scriexs panden in Corsel (gegicht 1514 op 7 december). Daar gebeurde ook de kwijting. Anna werd in het voorschreven mudde rogge jaarlijks gegicht met recht.

Anna heeft met haar geleverde momber, haar vader Laureys, aan Arnout voorschreven de 'overbaet' gekweten en kwijtgescholden en hij is ermee tevreden. Anna met haar geleverde momber heeft aan Arnout zijn tocht bekend van het voorschreven mudde rogge.

 

1522, 06 februari. Folio 292

Yken Schoenmeekers van Corsel met haar geleverde momber Joris van Coosen heeft het vierdel opgedragen van haar tocht op goederen tot behoef van haar zoon Jan Schoenmeeckers, voor zijn deel. Hiermee is Jan tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Jan dit kindsgedeelte weer opgedragen tot behoef van zijn broer Reynder voor 20 rinsgulden lopende 'paeijen'. Heynrick Goeyens kwam in de naam van Reyner voorschreven ter gichte op voorwaarde dat er van het geld 10 rinsgulden zullen blijven staan tot na de dood van hun moeder voorschreven.

 

1522, 06 maart. Folio 299v

Wouter Oems, Peeter Oems, Lambrecht Oems, Goyvaert Van Swartenbroeck met zijn huisvrouw Marie Oems en Goyvaert Raeymeekers met zijn huisvrouw Jaete Oems hebben ongeveer een half boender broek opgedragen gelegen in Oversel, geheten 'die Mesmeeker', palend Pouls Beckers 1), Huyben Wellens 2), tot behoef van Heynric Slanghen voor 65 rinsgulden eens lopende paeyen. Heynric Slanghen is ertoe gekomen met recht. De twee Goyvarts voorschreven hebben beloofd en toegezegd om hun huisvrouwen te brengen om deze gichte te lauderen.

 

1522, 06 maart. Folio 300

Claes, Jan, Peeter Sentens en Dierick Mommen als momber van zijn huisvrouw Marie Sentens hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van Eelke Vanden Witvinne, hun nicht.

 

1522, 06 maart. Folio 300

Adriaen Stevens, Peeter Stevens en Marie wijlen Aert Stevens huisvrouw met haar geleverde momber Peeter Stevens hebben een stuk land opgedragen gelegen te Corsel, geheten Dessel, grenzend Jan Ghijsens 1), Heynric Opden Eertwech 2) en des heeren strate 3), tot behoef van Jan zoon van Christiaen Reyners voor 90 rinsgulden Brabants gevalueerd geld eens. Jan is ertoe gekomen met recht. Omdat Marie voorschreven tochtster is, heeft zij haar voorschreven gedeelte verkocht uit kracht van het testament dat haar man Aert Stevens haar gemaakt had en dat ze geproefd heeft, zoals in het testamentenboek te vinden is.

 

1522, 15 mei. Folio 307v

Loywich Thoers en Katerijne Kints, zijn huisvrouw, hebben de goederen opgedragen die zij liggen hebben onder Corsel en voor zover ze hier hoven. Opgedragen tot behoef van Jan Rutten van Corsel met de aanstaande lasten. Jan Rutten is ertoe gekomen met recht.

 

1522, 15 mei. Folio 307v

Jan Vaes van Corsel heeft opgedragen een stuk land gelegen te Corsel in Peeter Vaes' hove, grenzend Jan voorschreven 1), Aert Vaes 2) en 'den persoen van Corsel' 3). Opgedragen tot behoef van Aert Vaes en Meelis Vaes voor 14,5 rinsgulden, half Brabants en half 'loeyende paeyen'. Aert en Meelis zijn ertoe gekomen met recht. Het is te verstaan dat dit erf gelegen is 'vanden 2 palen achterwarts'.

 

1522, 15 mei. Folio 308

Heynke ZSvroeyen heeft een stuk land opgedragen gelegen te Corsel, geheten 'dat Stalmans Stuck', grenzend Jan Huybens 1), Aert Jan Laureysters 2) en de straat 3). Opgedragen tot behoef van Peeter Stevens voor 50 rinsgulden lopend geld. Peeter is ertoe gekomen met recht.

 

1522, 25 juni. Jaergedinge nae Sinte Jans Baptisten dach. Folio 310v

Claes Van Sonuen met zijn huisvrouw Marie Van Hoelst heeft een huis en hof opgedragen, gelegen te Corsel, grenzend des heeren strate op 2 zijden, 'der schutters huys' 3) en Heynric Hoefmans 4), tot behoef van Heynric Hoefmans voor 7,5 rinsgulden Brabants geld. Heynric is ertoe gekomen met recht.

 

1522, 25 juni. Jaergedinge nae Sinte Jans Baptisten dach. Folio 311

Jan Bennemans van Corsel heeft in de naam van Reyner Bennemans kinderen, namelijk Jan en Lijske, de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders.

 

1522, 10 juli. Folio 311v

Magriet Leysen wonend in Beringen met haar geleverde momber Peeter Neve heeft bekend dat ze de hoeftpenningen ontvangen heeft van een halve mud rogge jaarlijks dat ze gelden had aan panden van Dyonijs Stevens en Marie gewezen echtgenote van Aert Stevens. Ze heeft de panden gekweten.

 

1522, 28 augustus. Folio 315

Jan Baens van Linchout heeft een zille broek opgedragen gelegen aan 'den Varenberch', grenzend de Demer 1), heer Servaes 2), en het rijdt tegen Heynric Goeijens van Corsel. Opgedragen tot behoef van Steven Keysers voor 42 rinsgulden Brabants geld. Steven is ertoe gekomen met recht.

 

1522, 16 oktober. Folio 317v bis.

Loywich Ruttens heeft ongeveer het vierendeel opgedragen van een bloeck geheten 'dat Neu Bloeck' in Corsel, grenzend 'dat Lanck Stuck' 1), Jan Rutten op twee zijden, en nog een vierendeel van een stuk erf gelegen int Lanck Stuck, grenzend Jan Rutten op twee zijden, 'dat Neu Bloeck' 3), tot behoef van Heynric tSvroeyen voor een ander goed gelegen onder Ham. Heynric tSvroeyen is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud van hun ruil.

 

1522, 13 november. Folio 319v

Jannes Op Strate van Corsel met zijn geleverde momber Heynric Goeyens en als momber en regeerder van de vroegmis in de kerk van Corsel heeft Marie weduwe van Aert Stevens en haar panden gekweten van een half mudde rogge jaarlijks en hij heeft bekend dat hij voldaan is van het kapitaal.

 

1523, 22 januari. Folio 323v

Peeter Jordens der Jonghe met zijn huisvrouw Heylwich Reyners heeft een stuk broek opgedragen, gelegen te Corsel aan 'die Breedonck', grenzend Heynric Hoefmans 1), Peeter Leysen 2), 'die Breedonck' 3), tot behoef van Aert Reyners voor 25 rinsgulden Brabants geld. Aert Reyners is ertoe gekomen met recht.

 

1523, 05 februari. Folio 325

Jan Sentens met zijn huisvrouw en Heynric Wijnen met zijn huisvrouw hebben een stuk land 'd Lorken' opgedragen, grenzend Jan Dillen 1), Aert Vaes 2), Heynric Keenens 3), tot behoef van Jan Dillen voor 14 halster rogge jaarlijks en 7 stuivers jaarlijks die Jan Dillen gelden had aan het verkochte pand en nog aan een ander pand dat Heynric en Jan voorschreven toebehoort. Jan Dillen is ertoe gekomen met recht. Het land is onbelast met uitzondering van 6 halster rogge die Jan Clocker daaraan jaarlijks trekt en aan de H. Geest van Corsel 1 alde groot. De verkopers moeten de lasten erop betalen tot nu toe, volgens tijdsverloop.

 

1523, 05 februari. Folio 325v

Heynric Wijnen met zijn huisvrouw Brijgeda Tax heeft 12 halster rogge jaarlijks opgedragen met valdag op Lichtmis aan al zijn Loonse goederen: een stuk van een boender groot gelegen te Corsel, grenzend Jan ZSentens 1), Peeter Leysen en Huybrecht ZSentens aan de andere zijden, tot behoef van Heynric Goeyens van Corsel voor 36 rinsgulden eens Brabants geld. Heynric Goeyens is ertoe gekomen met recht.

 

1523, 19 februari. Folio 326v

Marie Dierix van Beringen met haar geleverde momber Nijs Willems heeft haar tocht opgedragen van al haar goederen onder ons gelegen, namelijk twee wijers gelegen te Corsel bij 'den Hogen Boss' tot behoef van haar zoon Jan. Zoon Jan is daarmee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk daarna, nu tocht en erve samen zijn, heeft Jan dit goed opgedragen tot behoef van Peeter Van Hamme voor 65 rinsgulden Brabants geld, zoals het nu gangbaar is. Peeter is ertoe gekomen met recht.

 

1523, 23 juni. Folio 339v

Peeter Maechs van Corsel heeft de tocht opgedragen die hij bezit van de goederen waarin zijn dochter Lijn mocht in gegicht zijn, tot behoef van zijn dochter Lijn voorschreven. Hiermee is zijn dochter Heylke (!) voorschreven tot tocht en erve gekomen met recht.

Nu tocht en erve samen zijn, heeft Lijn (hier wordt Heylke dan weer doorstreept) met haar geleverde momber Aernout Lanckvelts van Diest de voorschreven goederen, of haar kindsgedeelte, opgedragen tot behoef van Ghiel en Heylke Maechs, de zuster en broer van Lijn voorschreven, voor 30 rinsgulden Brabants geld eens zoals het nu gangbaar is. Voorwaarde is dat de verkopers zowel Brabants goed hebben verkocht als hetgeen hier hooft. Daarom is het geen hier hooft getaxeerd op 30 rinsgulden en in 't Brabants op 20 rinsgulden, dus samen 50 rinsgulden. Van de 30 rinsgulden zullen de kopers de helft contant betalen en de andere helft eerst na de dood van Peeter Maechs, hun vader.

 

1523, 23 juni. Folio 339v

Jan Ghijsens van Helchteren heeft de goederen die hij vernaderd heeft aan Lambrecht Heemelers - die Lambrecht had gekocht van Jan Zsentens op 10.4.1522 - opgedragen tot behoef van Aert Opt Venneken alias Jueten. Aert is ertoe gekomen met recht.

 

1523, 23 juni. Folio 340

Ghielis Bennemans heeft in de naam van Jan Schamperts van Beringen ontvangen de goederen die hem verstorven zijn na de dood van Merck Schamperts.

 

1523, 09 juli. Folio 343v

Peeter Witters met zijn huisvrouw Maria Reyners wonend te Hechtelt heeft de tocht opgedragen die Marie voorschreven bezit na de dood van Aert Huylens, tot behoef van haar drie kinderen die ze behouden had van haar man Aert zaliger, namelijk Jan, Huybrecht en Lijsbeth Huylens. De drie kinderen zijn daarmee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk hierna, nu tocht en erve samen zijn, hebben Jan, Huybrecht en Lijsbeth voorschreven met haar geleverde momber haar broer Jan de voorschreven goederen opgedragen tot behoef van hun moeder Marie Reyners om haar vrije wil mee te doen. Hiervoor moet hun moeder Marie de tocht afgaan van haar goederen gelegen te Corsel in de laathof tot behoef van haar drie kinderen. Ze geeft aan deze kinderen nog toe 20 hornsgulden eens. Peeter Witters is als momber van zijn huisvrouw voorschreven in de goederen gegicht en gegoed met recht.

 

1523, 27 augustus. Folio 345

Geret Thijs alias Claes van Corsel heeft, als testamentuitvoerder van het testament gemaakt door heer Claes Moens, priester, en uit kracht van dit testament opgedragen huis en hof gelegen te Corsel, grenzend des heeren strate op twee zijden, Jan Smeets 3), Thijs Joris 4), tot behoef van Heynric Moons, de broer van heer Claes voorschreven, voor 100 rinsgulden eens Brabants geld los en boven alle lasten. Er zijn drie roepen geweest in de kerk van Corsel van 15 dagen tot 15 dagen en op het einde van de periode ging de verkoop door met de brandende kaars. De koop bleef aan Heynric, die erin gegicht werd met recht volgens de inhoud van het testament.

 

1523, 27 augustus. Folio 345v

Jan Vaes, Jan Mertens zoon, heeft opgedragen een stuk erf gelegen te Corsel in Oversel, grenzend Thijs Joris 1), Jan Moens en de beek 2), Meelis Vaes 3), des heeren strate 4), tot behoef van Aert Vaes voor 40 rinsgulden Brabants geld eens, los. Arnout is ertoe gekomen met recht. Arnout blijft zekere lasten gelden: 3 rinsgulden die Jan Vaes hem vernoemd heeft boven de 40 rinsgulden.

Hierna kwam Aert Vaes en hij heeft aan Jan Vaes 20 rinsgulden lopende paeijen gegeven eens en daarvoor moet Jan 1 rinsgulden blijven gelden van de drie voorschreven omdat hij de panden in zijn bezit heeft waar de 3 rinsgulden aan staan. Dit gebeurde op 5 oktober 1524.

 

1523, 10 september. Folio 346v

Aert Vaes van Corsel met zijn geleverde momber Peeter Maechs heeft een half mudde rogge en 13 stuivers Brabants geld jaarlijks opgedragen aan een beemd gelegen te Corsel, groot omtrent 2 boender, geheten 'den Peerebeempt', grenzend Peeter Vaes kinderen van Hoesden W, de heeren van Floreff N, Peeter Wintmulder O en des heeren straete Z, tot behoef van Jacop Everarts wonend te Diest voor 25 rinsgulden Brabants geld eens (een golden crone voor 2 rinsgulden, een philipsgulden voor 27 stuivers). Steeds te kwijten met dezelfde penningen. Jacop is ertoe gekomen met recht volgens de inhoud van de voorwaarde. Deze voorwaarde is dat Jacop en zijn nakomelingen mogen dwingen met het gerecht als Aert of zijn nakomelingen niet tijdig betalen en dan per dag 2 stuivers aanrekenen voor de kosten. Jacop zal dan Aert of zijn nakomelingen manen en na het manen krijgen ze 15 dagen respijt voor hij met het recht mag spreken. Deze jaargulden moet altijd geleverd worden in Diest en dan moet Aert van Jacop en zijn nakomelingen de kost hebben. Jacop heeft een brief begeerd en die werd hem door Aert toegestaan zonder zijn kost.

 

1523, 10 september. Folio 347

Nijs Mertens wonend te Corsel heeft voor hem en voor de kinderen van zijn broer Wouter, namelijk Tijs en Lijske, de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun ouders.

 

1523, 10 september. Folio 347

Heynric en Jannes Van IJser, broers, kinderen van wijlen Jannes van IJser hebben de goederen opgedragen die ze onder Corsel hadden liggen 'over droge ende nate', namelijk 'dat Steewechs Goet' gelegen bij Jan Creywinckels, grenzend des heeren strate W, Aert Wijnen O; een stuk broek geheten 'dat Lanck Eute', palend 'dat Gesoer' W, Tijs Claes beemd O; 'die Steewechs Beemde' grenzend Pijpert W, het broekske van de H. Geest van Beringen O. Opgedragen tot behoef van Jan Wijnen en zijn broer Adriaen Wijnen, kinderen van Aert Wijnen, voor 9 rinsgulden jaarlijks Brabants geld zoals het in Diest gangbaar is. De rente zal erfelijk en eeuwig lopen en vallen op Sinte Andriesmisse in de winter. Voor een onderpand geven Jan en Adriaen in contant geld aan Heynric en Jannes 100 rinsgulden eens Brabants, los en vrij boven alle 'onlasten' en pontpenningen. Jan en Adriaen Wijnen werden in de goederen gegicht met recht. Heynric en Jan Van IJzer hebben beloofd om hun zuster Yke in te brengen om deze gichte te loven en van waarde te houden indien ze meerderjarig zal zijn ('wanneer sij sal voldaecht sijn').

11 oktober 1525 kwam Jan Van IJzeren voorschreven en hij heeft zijn broer Heynric overgegicht zijn gedeelte van de voorschreven jaarrente op voorwaarde van ruil voor een ander erfgoed waarbij de ene de andere niets toegaf. Daarop kwam Heynric ter gichte in het gedeelte van zijn broer.

Hierna kwam Thomas Vande Bruggen met Yda Van IJseren, zijn huisvrouw, en hij heeft deze koop en de voorgaande gichte gelaudeerd maar drie rinsgulden jaarlijks moeten hem volgen. 27 april 1529.

 

1523, 10 september. Folio 348

Meester Heynric en Merten Mertens van Beringhen, broers, hebben de goederen ontvangen die hen na de dood van vader en moeder zijn aangekomen.

 

1523, 24 september. Folio 348v

Aert Maechs van Corsel heeft een half mud roogge jaarlijks opgedragen aan al zijn Loonse goederen te Corsel gelegen, palend Valentijns kinderen 1), Peeter der Mulder 2) en Adriaen Jans 3), tot behoef van Merten Swolfs kinderen, namelijk Claes, Ursel en Marie. Voor 10 rinsgulden eens Brabants geld (1 kleine keysers gulden voor 22 stuivers, een gouden gulden voor 30 stuivers). Steeds te kwijten met gelijke penningen. De kinderen van Merten Swolfs zijn ertoe gekomen met recht.

 

1523, 24 september. Folio 348v

Heer Lenaert Leeys, priester 'wonende te deerser tijt tot Linchout, met zijn geleverde momber Jan Ruttens heeft de rinsgulden jaarlijks opgedragen die hij gekocht had van Ghijsbrecht Vaes wonend te Corsel zoals men vinden zal op 13 januari 1519, staande aan de panden van Ghijsbrecht Vaes. Opgedragen tot behoef van Heynric Goeyens van Corsel voor 2 philipsgulden eens of de waarde ervoor. Elke philipsgulden wordt gerekend aan 27 stuivers Brabants. Heynric Goeyens is ertoe gekomen met recht.

 

1523, 05 november. Folio 352v

Jan Vaes van Hechtelt als momber van zijn huisvrouw Marie Baers heeft voor haar en voor zijn meegeringen Jan en Lijske, de kinderen van Teewis Baerts, de goederen ontvangen die hen zijn verstorven na de dood van vader en moeder.

 

1523, 05 november. Folio 352v

Marge: Pontgeld 65 rinsgulden los.

Willem Sweerts van Diest met zijn huisvrouw Magriet Aleten heeft zijn winninge opgedragen gelegen te Corsel aan 'die Heyde' bij erve van Jan Witters, namelijk 'den Aenseel' met het gehele land daar vast aan gelegen, tot behoef van Jan Joris van Corsel voor 300 rinsgulden Brabants geld (20 stuivers Brabants voor elke rinsgulden gerekend). Los te betalen van alle kosten. Jan Joris werd erin gegicht en gegoed met recht.

Omdat deze goederen meer dan half hoven in de Brabantse aarde, zijn de goederen die hier hoven 'geschillinck' op 65 rinsgulden omwille van de pontpenningen omdat het in een koop is geweest. De partijen hadden nog voorwaarden overgegeven die hierna volgen. Jan zal van deze goederen jaarlijks aan Willem 10 rinsgulden Brabants blijven gelden en 5 mud rogge, steeds te vallen op Sint Jans Baptisten dach in de zomer. Jan mag deze steeds afleggen in 5 termijnen: de eerste keer in het jaar 1525 op Sint Jansmisse en dan moet Jan voor zijn onderpand 4 rinsgulden en een mudde rogge erfelijk afleggen met 100 rinsgulden Brabants en met volle cijns. De andere 4 termijnen mag hij afleggen als het hem belieft: met 50 rinsgulden Brabants een mudde rogge en 30 stuivers erfelijk afleggen en met volle cijns. Jan moet nog aan Willem voor een onderpand zetten zijn aanseel gelegen te Voirtken onder Corsel en Jan is schuldig om jaarlijks de pacht en de cijns in Diest te leveren op zijn kosten. Voor godspenninck werd 2 stuiver gegeven en de lijcop is gezet op 3 rinsgulden.

 

1524, 12 januari. Folio 356v

Heynric Goeyens van Corsel, in de naam van Bertholomeewis Beckers als momber van zijn huisvrouw, heeft de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van zijn moeder Agneese en versterven of vallen zullen na de dood van haar vader Aert Van Hout.

 

1524, 04 februari. Folio 357v

Aert Witters van Hechtelt heeft in de naam van Jan Willekens de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van Jan Van tSersell.

 

1524, 18 februari. Folio 359v

Christine Hoefmans, dochter van Jan Hoefmans, heeft een testament ingezet om te proeven, dat gelaten en gemaakt was door Magriet Smeets. Het gaat om 1 rinsgulden jaarlijks op en aan een stukje bamps gelegen te Corsel aan 'die Breedonck', grenzend Reynder Coss op 2 zijden en Jan Smeets 3). De rinsgulden was te kwijten met 20 rinsgulden eens.

Wilboert Hegelers met zijn huisvrouw Alet Smeets heeft aan Christine voorschreven dit testament bekend maar als ze zou sterven zonder wettige geboorte achter te laten, dan moet het legaat voorschreven (1 rinsgulden jaarlijks) terug komen naar de eerste lijn. Christine werd erin gegicht en gegoed met recht.

Dadelijk daarna heeft Wilboert voorschreven met zijn huisvrouw Alet het voorschreven stukje broek opgedragen tot behoef van Christine Hoefmans voor 21 rinsgulden Brabants geld eens boven alle lasten. Christine is erin gegicht en gegoed met recht.

 

1524, 17 maart. Folio 363

Jan Hillen der Jonghe wonend te Beverloe, met zijn huisvrouw Katerijne Jannes heeft haar gedeelte, de helft, van een beemd opgedragen te Corsel gelegen 'aent Lanck Hout', grenzend Jan Smeets op twee zijden, Reyner Scrixs en Jan Scrixs kinderen 3) en 'der Put Beempt' 4). Opgedragen tot behoef van Jan Dillen van Hechtelt voor 82 rinsgulden Brabants geld. Jan Dillen is ertoe gekomen met recht.

9 maart 1525 heeft Wouter Vranx als momber van zijn huisvrouw Susanna de naderschap van het voorschreven goed geboden en Jan heeft hem de naderschap bekend en er afstand van gedaan. Wouter kwam als momber van zijn vrouw tot de gichte als nader gebloed.

 

1524, 17 maart. Folio 363v

Jan Eerlingen van Peer met zijn huisvrouw Kene van tSersel heeft 1 rinsgulden jaarlijks opgedragen, staande aan panden van Heynric Jueten te Corsel. Deze gulden had hun vader Jan van tSersel hen via testament gemaakt. Ze zijn daar vandaag na de proeve in gewezen met recht. Opgedragen tot behoef van Jan Willekens, hun zwager, voor 20 rinsgulden lopende paeijen eens. Jan Willekens is ertoe gekomen met recht.

 

1524, 21 april. Folio 366

Heer Jan Witten, Matheewis Witten, Lijsbeth en Berber Witten hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van vader en moeder, 'metter boten'. (boete, waarschijnlijk te laat relief.)

 

1524, 12 mei. Folio 367

Arnout Witters wonend te Hechtelt heeft in de naam van Sebastiaen Witters kinderen, namelijk Peeterke, Digene en Grietke, de goederen ontvangen die hen mochten toekomen na de dood van hun 'alder vader' Peeter Witters en hun vader Sebastiaen en vallen zullen na de dood van hun aldermoeder Mette en hun moeder Lijske.

 

1524, 16 juni. Folio 370v

Marie Baten wonend te Hechtelt met haar geleverde momber Peeter Vanden Briele den alden heeft haar tocht opegdragen van al de goederen die ze in het land van Lummen liggen heeft onder onze Joffrouw tot behoef van haar vier kinderen: Peeter, Lijne, Eelen en Lijse, kinderen van Jan Baten. Hiermee zijn de vier kinderen tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk erna, nu tocht en erve samen zijn, hebben Lijne met haar wettige momber Jan Van Arendonck en Lijsse met haar wettige momber Corneelis Aechten de erfelijkheid hierboven weer opgedragen tot behoef van Peeter Baten, hun broer, voor 66 rinsgulden Brabants geld 13 stuivers 8 groot eens. Peeter is ertoe gekomen met recht.

Eelen met haar wettige momber Heynric Vaes hebben afstand gedaan van hun rechten op het voorschreven goed en ze zullen er nooit nog over spreken.

Peeter Baten heeft zijn moeder Marie weer in de tocht van de goederen gezet met recht.

 

1524, 04 juli. Folio 372

Jan Ruttens heeft beleytenisse genomen van Convents goederen gelegen te Corsel volgens de verbintenis die Jan Convents met hem is aangegaan op 3 december 1523. Aan Jan Rutten werd hout en 'resse' geleverd en hij is met gichte en guedinge tot het erf gekomen met recht volgens de inhoud van de belofte. Aan Jan Convents werd door het recht 'gewalt geslagen' op een boete van 7 stuivers dat hij het voorschreven goed 'stocken oft st...nen en sall' en of hij daartegen iets beliefde te zeggen en er is hem 'dach verschenen tegen' de eerstvolgende genachte.

 

Onderstaande hoort bij de voorschreven gichte.

 

1526, 26 april. Folio 371v

Jan Ruttens heeft Jan Convents weer in zijn goederen gezet met recht. Hij had die beleyt voor zekere gelofte die Jan Convents hem had gedaan, zoals de 'beleytenisse' inhield behalve nochtans dat deze goederen steeds borg blijven in de vorm waarop dat ervoor was. Jan Ruttens heeft deze goederen weer opgedragen tot behoef van Jan Convents, die daartoe is gekomen met recht volgens de inhoud van de voorwaarden.

 

1524, 25 juli. Folio 373v

De rentmeester van de Joffrouw heeft uitgegeven in Corsel aan Jan Dillen een hostat en is gepaald en gebannen met het gerecht en hij werd erin gegicht en gegoed met recht op 1 penninck grondcijns, voor zijn aenseel.

 

1524, 25 juli. Folio 373v

De rentmeester van de Joffrouw heeft uitgegeven in Corsel aan Meelis Vaes een hostat gelegen voor zijn aenseel en is gepaald, gebannen en hij werd erin gegicht en gegoed met recht op 1 penninck grondcijns.

 

1524, 25 juli. Folio 373v

De rentmeester van de Joffrouw heeft uitgegeven een hostat aan Jan Vaes gelijk voor zijn aenseel en is gepaald en gebannen met het gerecht. Hij werd erin gegicht en gegoed met recht op 1 penninck grondcijns.

 

1524, 25 juli. Folio 373v

De rentmeester van de Joffrouw heeft uitgegeven een hostat aan Aert Vaes gelijk voor zijn aenseel en is gepaald en gebannen met het gerecht. Hij werd erin gegicht en gegoed met recht op 1 penninck grondcijns.

 

1524, 25 juli. Folio 373v

De rentmeester van de Joffrouw heeft uitgegeven een hostat in Corsel aan Heynric Wijnen voor zijn aenseel 'tinden' Heynric Keenens gelegen aan 'den Pass' en is gepaald en gebannen met het gerecht. Hij werd erin gegicht en gegoed met recht op 2 penninck grondcijns.

 

1524, 25 juli. Folio 373v

De rentmeester van de Joffrouw heeft uitgegeven een hostat aan Geeret ZSwinnen 'op die Scrickheyde', groot omtrent 1 zille, gelegen voor Jan Reyners hove en is gepaald 'te drij oft vier staeyen' en gebannen met het gerecht. Hij werd erin gegicht en gegoed met recht op 2 penninck grondcijns.

 

1524, 18 augustus. Folio 374v

Aert Witters wonend te Genen Stall heeft de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van de zoon van zijn zuster, die Heynric Froeyen heette.

 

1524, 18 augustus. Folio 374v

Heynric Cremers van Corsel heeft voor zijn nicht Heylke Cremers de goederen ontvangen die haar verstorven zijn na de dood van vader en moeder.

 

1524, 18 augustus. Folio 375

Wouter Vanden Hove wonend te Corsel, als kerkmeester van de kerk van Corsel, heeft een stuk erf opgedragen, gelegen te Corsel, toebehorend aan deze kerk. Het grenst Jan Hoefmans O, Peeter Van Hamme W, de Velt Strate N, Heynric Opden Eertwech Z. Opgedragen tot behoef van Jan Meyen alias tSoechs voor 50 rinsgulden Brabants geld eens in contant geld boven alle uitgaande lasten. Er moet jaarlijks een 'gerst verken', een pont vlas, 9 vaten evie, een hen, een 'hons'(?) brood, een 'meij' penninck van betaald worden en eventueel nog meer. Jan Meyen werd erin gegicht en gegoed met recht volgens de volgende instemming verkregen op zegel in Diest.

Er volgt een akte in het Latijn. Te lezen door iemand met kennis van de taal. Erardus de Marcka prinsbisschop van Luik, hertog van Bullion, graaf van Loon enz. geeft toestemming aan kerkmeesters Walterus Vanden Hove en Arnold Reyners van Corsel, onder het bisdom Luik, tot de verkoop van het bovenstaand goed. Gezegeld op 27 mei 1524. Getekend Ro de Palude.

 

1524, 18 augustus. Folio 375v

Heynric Goeyens heeft in de naam van Jueten Aerts de goederen ontvangen die haar verstorven zijn na de dood van haar broer Jan Meyen.

 

1524, 01 september. Folio 375v

Willem, Heynric en Lijsbeth Huysmans, zuster en broers, hebben de goederen ontvangen die hen verstorven zijn na de dood van hun neef Heynric Froeyen.

 

1524, 15 september. Folio 376

Peeter Stevens van Corsel als momber van zijn huisvrouw Magriet tSroeyen heeft de goederen ontvangen die hem verstorven zijn na de dood van haar broer Heynric tSroeyen.

 

1524, 06 oktober. Jaergedinge nae Sinte Remeys dach. Folio 376v

Arnout Vaes van Corsel met zijn geleverde momber Peeter Maechs heeft een mudde rogge Diesterse maat en 1 rinsgulden jaarlijks Brabants geld opgedragen aan een beemd gelegen te Corsel, geheten 'die Peerre Beempt', groot ongeveer 2 Brabantse boender. Hij grenst Poul Schuermans van Hoesden W, Peeter Van Leelen O, des heeren strate 'tegen die noen sonne'. Opgedragen tot behoef van Aert Van Postelt voor 40 rinsgulden Brabants geld, waarvan het derdedeel Brabantse stuivers waren en het volgende derde philipsguldens van 27 stuivers en het laatste derdedeel ('derdel') keysersgulden voor 27 stuivers. Valdag op Sinte Remeysdag. Steeds te kwijten met gelijk geld. Aert Van Postelt is ertoe gekomen met recht.

Op 8 maart 1536 heeft Art Van Postelt de panden van Aert Vaes gekweten van de rente hierboven. Hij heeft bekend dat hij de hoetpenningen (kapîtaal) ontvangen heeft en van alles voldaan is.

 

1525, 26 januari. Folio 388

Jan Ghijsens van Corsel alias Vaes heeft huis en hof opgedragen gelegen in Corsel in 'die Vaes Hove', grenzend Aert Vaes en Mielis Vaes op drie zijden, des heeren strate 4), tot behoef van Gheeret Goeyens voor 36 rinsgulden Brabants geld. Heynric Goeyens kwam in de naam van zijn vader daarin ter gichte met recht.

Hierna kwamen Aert Vaes en zijn zwager Mielis op 9 maart 1525 en ze hebben de naderschap van het voorschreven erf geboden. Geeret heeft hen de naderschap bekend en er afstand van gedaan. Aert en Mielis zijn tot de gichte van het voorschreven erf gekomen met recht als 'naerder gebloeyt'.

 

1525, 09 februari. Folio 389v

Wilboert der Heegeleer met zijn huisvrouw Alet Smeets heeft een stukje land opgedragen gelegen te Corsel aan 'die Hoesden Straet', grenzend Tijs Goeyermans kinderen 1), Jan Cremers kinderen 2). Draagt nog een stukje broek op gelegen door 'die Savel Strate', grenzend Vaes Vanden Putte kinderen 1), des heeren strate op twee zijden, tot behoef van Jan Smeets zoon van Willem Smeets voor 24 rinsgulden Brabants geld 'lopende paeyen'. Jan is ertoe gekomen met recht.

 

1525, 09 februari. Folio 389v

Jan Smeets voorschreven, zoon van Willem Smeets, heeft 1 mudde rogge jaarlijks opgedragen aan de voorschreven goederen en verder aan de wederhelft van deze goederen tot behoef van joffr. Lijsbeth Swinders, begijn wonend in Diest op het begijnhof, voor 21 rinsgulden Brabants geld (20 stuivers voor elke rinsgulden gerekend en allemaal in dubbele en enkele stuivers). Te kwijten met gelijk geld. Lijsbeth is ertoe gekomen met recht. Voorwaarde is dat de rogge geleverd wordt op het begijnhof.

 

1525, 23 februari. Folio 391v

Jan Jordens met zijn huisvrouw Magriet heeft opgedragen 2 dachmael broek gelegen te Corsel in 'die Stuck Beemde', grenzend Heynric Moens O, Jan Goeyens W, tot behoef van Jan ZSwinnen voor 83,5 rinsgulden boven alle uitgaande lasten. Het gaat om Brabantse 'lopender paeyen': 1 rosenobel voor 5 rinsgulden 4 stuivers, 1 ingelot voor 3 rinsgulden 6 stuivers, 1 snaphaen voor 7 stuivers. Jan Swinnen is ertoe gekomen met recht.

 

1525, 9 maart. Folio 393v

Marie Sweerts vander Hoven met haar wettige momber Jan Cleys heeft haar tocht opgedragen van een beemd gelegen onder Corsel in Oversel, grenzend Reyner Pelsers W, Jan Keenens 2), tot behoef van Huybrecht Sweerts, haar zoon, voor zover zijn kindsgedeelte strekt. Huybrecht is hiermee tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk hierna, nu tocht en erve 'vergaert' zijn, heeft Huybrecht 1 philipsgulden jaarlijks opgedragen aan zijn gedeelte van de voorschreven beemd, met valdag op 1 maart, voor 22 rinsgulden lopend geld (1 ingelot voor 4 rinsgulden, 1 snaphaen aan 8 stuivers) waarmee hij ook te kwijten staat. Op gedragen tot behoef van Jan Cleys, zijn oom, die erin gegicht werd met recht. Huybrecht heeft hem beloofd dat indien hij de philipsgulden niet tijdig betaalt, hij gemaand wordt en er na het manen nog 15 dagen verstrijken zullen, dat dan Jan Cleys in één genachte zal mogen komen en zijn hand slaan aan de beemd, zoals hij volgens het landrecht na 4 genachten procederen voor het gerecht zou bekomen.

Hierna stelde Huybrecht zijn moeder Marie weer in haar tocht.

Op 16 mei 1527 heeft Huybrecht aan het pand nog opgedragen een halve philipsgulden jaarlijks, volgens de inhoud van de voorwaarden, tot behoef van zijn oom Jan Cleys voor 12 rinsgulden eens (1 snaphaen aan 7 stuivers). Jan is ertoe gekomen met recht.

 

1525, 23 maart. Folio 397

Jan Tielens van Corsel heeft een mudde rogge jaarlijks opgedragen aan al zijn Loeyensche goederen onder deze bank gelegen, tot behoef van Jannes Op Straet wonend in Corsel voor 20 rinsgulden eens Brabants geld. (1 philipsgulden voor 25 stuivers, 1 gouden gulden voor 28 stuivers, 1 'golde sonnen crone' 36 stuivers, een voeryser voor 9 placken). Te kwijten met gelijk geld. Valdag op Sinte Laureys dach. Jannes Op Strate is ertoe gekomen met recht. Indien er misoogst zou zijn en het koren heel duur zou zijn, dan zal Jan Tielens mogen betalen met 1 gouden gulden of de waarde ervan.

 

1525, 27 april. Jaergedinghe nae beloken paschen. Folio 401v

Adriaen Duncops heeft 1 rinsgulden jaarlijks opgedragen, zoals hij in Diest gangig en gevig is, op en aan al zijn Loonse goederen gelegen onder Corsel, zowel landen als beemden, tot behoef van Thomas Ketelbueters wonend te Beverloe voor 18 rinsgulden eens van de voorschreven munten. Te kwijten met een zelfde bedrag en munten: 1 philipsgulden voor 26 stuivers, 1 kleine keizersgulden voor 22 stuivers, 1 snaphaen voor 7 stuivers. Thomas werd erin gegicht en gegoed met recht.

9 mei 1555 kwam Willem Ketelbueters en hij heeft de voorschreven rinsgulden opgedragen tot behoef van Thijs Mertens, die erin gegicht en gegoed werd met recht.

 

1525, 29 juni. Jaergedinghe nae Sint Jans dach. Folio 405v

Heyloff Keenens van Corsel met haar geleverde momber Heynric Goeyens heeft haar tocht opgedragen van haar Loonse goederen tot behoef van Adriaen Keenens, haar zoon. Adriaen is hiermee tot tocht en erve gekomen met recht

Dadelijk daarna heeft Adriaen een mud rogge en 1 rinsgulden jaarlijks opgedragen aan al de voorschreven Loonse goederen die hij ontvangen heeft tot behoef van Beate Tielens, begijn wonend te Diest in het begijnhof voor 40 rinsgulden eens Brabants geld (1 philipsgulden voor 27 stuivers, 1 keizersgulen voor 22 stuivers, 1 ingelot voor 3 rinsgulden 6 stuivers). Valdag elk jaar op derthienmisse. Te kwijten met gelijk geld. Heynric Goeyens kwam in de naam van Beate voorschreven tot het mud rogge en de rinsgulden jaarlijks met recht. Adriaen heeft zijn moeder weer in haar tocht gezet met recht.

 

1525, 29 juni. Jaergedinghe nae Sint Jans dach. Folio 406

Goyvaert, Jan SZwinnen en Heynrick Loeyens met zijn huisvrouw Marie ZSwinnen hebben een beemd opgedragen gelegen te Corsel onder 'den Hogen Boss', palend Peeter Yen 1), Wynant Kens 2), tot behoef van Geeret Vanden Briele. Geeret geeft ervoor aan Goyvaert en Heynric Loeyens voor hun gedeelte 50 rinsgulden eens Brabants geld. Jan ZSwinnen ontving voor zijn gedeelte geen geld, maar daarvoor moet Geeret 2 mud rogge jaarlijks blijven betalen voor de kerk van Hechtelt aan de vroegmis. Jan ZSwinnen moest die ervoor betalen. Geeret geeft aan Jan ZSwinnen nog 6 hornsgulden eens toe. Geeret Vanden Briele werd erin gegicht en gegoed met recht.

 

1525, 31 augustus. Folio 408

Peeter Jordens alias Cremers van Corsel heeft een stuk beemd opgedragen, gelegen te Corsel achter 'den Esselen Boss int Lanckhout', palend Heynric Hueveneers 1), de H. Geest 2), Jan Hoefmans 3), tot behoef van Gregorius Vanden Houte en Peeter Meyden voor 120 rinsgulden zoals in Diest en in Brabant gangbaar is boven alle aanstaande lasten. Er staat een rente aan die men afleggen mag met 180 rinsgulden. Gregorius en Peeter voorschreven werden erin gegicht en gegoed met recht. Voorwaarde is dat de verkoper geen snaphanen 'derff' ontvangen. Als lijcoop werd 4 rinsgulden verdronken en als godspenninck werd 1,5 stuiver betaald.

In 1526 op 24 augustus kwam Jan Op strate, zoon van Reyner Op strate, en hij heeft de naderschap van het voorschreven goed geboden en Goris en Peeter hebben hen de naderschap bekend en zich ontgicht en er met recht afstand van gedaan. Daarop werd Jan Op Straet in het goed gegicht als naderman.

 

1525, 09 november. Folio 413

Heynric Cremers van Corsel heeft zijn tocht opgedragen van het kindsgedeelte van zijn dochter Brye, namelijk het vijfde deel, tot behoef van zijn dochter Brye. Hiermee is Huybrecht Swinnen als wettige momber van Brye voorschreven tot tocht en erve gekomen met recht.

Dadelijk hierna heeft Huybrecht Swinnen voorschreven met zijn wettige huisvrouw Brye Cremers het kindsgedeelte opgedragen tot behoef van Thomas Drosseten voor 10 rinsgulden Hessels eens boven alle uitgaande lasten. Thomas is ertoe gekomen met recht.

 

1525, 23 november. Folio 414v

Jan Smeets van Corsel met zijn huisvrouw Magriet heeft de helft opgedragen van een beemd geheten 'den Mey Goer' voor de lasten die hij daarop jaarlijks geldt aan heer Symon Moens wonend te Exel. Het gaat om 5,5 rinsgulden jaarlijks die Jan geldt van 'Cruysen Bamde' als principaal pand en waarvoor deze 'Mey Goer' onderpand is. Opgedragen tot behoef van Bertholomeewis Tielens, zijn schoonzoon, als momber van zijn vrouw Marie dochter van Jan voorschreven. Bertholomeewis is er als momber van zijn vrouw toe gekomen met recht maar hij moet wel altijd de 5,5 rinsgulden jaarlijks betalen aan heer Symon voorschreven.

Op 21 april 1526 heeft Bertholomeus voorschreven met zijn huisvrouw de helft van deze beemd met de aanstaande last weer opgedragen tot behoef van zijn ('sweer') schoonvader Jan Smeets, die er weer toe gekomen is met recht.

 

1525, 23 november. Folio 414v

De voorschreven Jan Smeets van Corsel met zijn huisvrouw Magriet heeft een stuk erf opgedragen, gelegen in Corsel 'onder heyde ende lant' geheten 'die Bennemans Hove' voor zover het hier hooft tot behoef van Jannes Wils van Balen, de man van zijn dochter Kathelijne, voor 41 rinsgulden Brabants geld. Jannes is ertoe gekomen met recht als momber van zijn huisvrouw Kathelijne en hij werd erin gegicht.

 

1525, 7 december. Folio 415v

Aert Witters van Corsel heeft een stuk land opgedragen, gelegen in Corsel 'int Neu Bloeck', omtrent 3 halster groot en nog een stukje erf gelegen 'int Lanck Stuck', een halster land groot, tot behoef van Frans Rutten voor een andere erve gelegen in de Brabantse hof, waarbij de ene de andere niets toegeeft. Frans is ertoe gekomen met recht.

 

1525, 7 december. Folio 416v

Overeenkomst tussen Jan Claes met zijn huisvrouw Marie Sweerts 1) en Geeret Meewis met zijn huisvrouw Marie, Jan Tielens met zijn huisvrouw Lijsbeth 2) betreffende een geschil dat ze hadden.

Met vonnis van schepenen is gewezen dat Gheeret Meewis en Jan Tielens hun vrouwen moesten inbrengen om Jan Cleys en zijn huisvrouw 'genoch te done'. Ze moesten de 'peys' meebrengen die tussen hen gemaakt werd en beschreven en bezegeld werd door de schepenen van Exel. Geeret met zijn huisvrouw Marie en Jan met zijn huisvrouw Lijsbeth hebben de 'peys' gelaudeerd en gezegd dat ze die zullen onderhouden en hetgeen dat de peys inhoudt, zal Jan Cleys en zijn huisvouw Marie volgen volgens de onderstaande 'peys'.

Uitspraak in de zaak tussen Jan Cleys als momber van zijn huisvrouw en Jan Tielens als momber van zijn huisvrouw. De partijen hebben verbonden 'aen scoltis hant' en in presentie van schepenen op een peen van twee rosenobels, half de heer en half de klagende partij (document beschadigd) , om hun twist 'ende stoten' met recht te besluiten. Jan Tielens heeft Jan Cleys aangesproken dat hij het goed van zijn huisvrouw gebruikt zou hebben 15 of 16 jaar zonder iets daarvan te geven. Zijn huisvrouw was de 'maecht' (meid) van Jan Cleys gedurende 10 of 12 jaren zonder dat ze er enige huur van gehad heeft. Ten derde: Jan Cleys zou hout gehouwen hebben op het goed van Jan Tielens huisvrouw en hij heeft het weggevoerd. Ten vierde heeft Jan Cleys een hof gebruikt die zij aan de kinderen overgegicht en gegund hebben en hij gebruikt ook dit huis en ook dat Jan Cleys aan de kinderen beesten zou geven: een koe en een paard zoals de huisvrouw van Jan Cleys zou gehad hebben. En van koren en geleend geld en van pacht die Jan Cleys op de bampt zou gekocht hebben, en dat de kinderen de bempt gebruikt zouden hebben. En van al hetgeen waar hij Jan Tielens over aangesproken heeft... (verwarrend). Mathijs Vaes scholtis en Jan Keeskens en Aert Witters als schepenen en Jan Rutten en Meewis Swinnen zeggen 1) dat de partijen hun twist zullen neerleggen en ze zullen de twee kinderen Lijske en Marie dadelijk het huis laten aanvaarden. Ze mogen het aanvaarden en de helft van het huis dat Jan Cleys en zijn huisvrouw haar leven lang zouden mogen hebben, gebruiken en er hun wil mee doen. De moeder zal nooit nog iets op het huis te zoeken hebben en ze moet het huis gerechtelijk afgeven .... (beschadigd). Lijsbeth en Marie zullen dadelijk het hoefke aanvaarden en de moeder zal er nooit nog over spreken. De pacht die Jan Cleys gekocht heeft aan de bampt, zullen de kinderen niet betalen zolang de moeder leeft. Na de dood van hun moeder zullen de kinderen aan Jan Cleys of zijn kinderen de helft van de pacht geven die Jan Cleys op de bampt gekocht heeft of ze mogen de helft van de hoeftpenningen afleggen. Jan Cleys zal nog alle boeten betalen die in de bank van Exel gevallen zijn aan beide zijden. Jan Cleys zal aan Jan Tielens nog ter hulp geven voor zijn kosten 30 stuivers en hij moet de kost betalen die in het huis van Marie Meewis verteerd was. Deze uitspraak werd gedaan in Hechtelt in het huis van Marie Meewis in 1523 op de vrijdag 'voer palmen'. De partijen moeten deze uitspraak doen zetten op het schepenregister van Exel en de kosten daarvan zullen de partijen half en half betalen.

Jan Rutten, nadat hij ten heiligen gezworen had en op zijn eed gemaand zijnde, getuigt en blijft bij het vermet en zegt nog meer dat voorwaarde was van de voorschreven 5 gulden jaarlijks van de beemd daar zullen deze drie niets voor geven zolang als Marie leeft en als Marie dood is, dan ... (beschadigd)... Na de dood van de moeder zullen de eerste kinderen de beemd in zijn geheel hebben en ...

Mathijs op zijn eed gemaand, getuigt dat hij blijft bij de uitspraak maar van de twee mud rogge zegt hij dat die goed recht daartoe heeft, het zal behouden. Hij blijft bij de peys die gemaakt is, van het eerste tot het laatste.

Meewis Swinnen, op zijn eed gemaand, getuigt en blijft bij de uitspraak en het vermet.

Aert Witters op zijn eed gemaand, getuigt zolas Meeuwis Swinnen.

Getekend Anthonius de Lapide, secretaris en schepen.

 

Wij Heynric Tijsmans, Lenart Thonis, Heynric Heylen, Jan Keeskens, Gheeret Aenden Wijer en Aert Witters schepenen in die tijd van de bank van Exel getuigen en doen condt, onder het zegel van 'onss schepenampts stoels' dat de voorschreven punten zo voor ons geschied zijn zoals voorschreven staat. En het is zo uitgeklaard, na meenisse van onze scholtis. Het schepenzegel werd aangebracht op spatum van de brief in 1525 op 5 december.

 

Jan Cleys met zijn huisvrouw Marie heeft afstand gedaan van alle goederen die in de peys werden vernoemd. Dit zal men vinden in 1525 op 29 juni. De gichte betreffende de vijf rinsgulden vernoemd in de peys, zal men vinden op 2 juni 1523.